Moorden om in de hemel te komen
24 april 2025 • Henk Maurits • FILMRECENSIE
Een moord plegen om in de hemel te komen. Voor zo’n bizarre misdaad moeten we terug naar de late middeleeuwen, toen religie, hel en verdoemenis, het volk nog in een ijzeren greep hield. De Oostenrijkse filmmakers Veronika Franz en Severin Fiala stapten terug in de tijd en doken in de geschiedenis van de vroege psychiatrie toen depressie nog melancholie heette. En zelfmoord nog als een doodzonde werd beschouwd, waarvoor geen absolutie, vergeving van zonden mogelijk was, zoals te zien in hun aangrijpende film “Des Teufels Bad”.
Uitzichtloze wanhoop
“Van verdriet was ik dit leven moe, zo kwam ik er toe een moord te begaan”. Zo lezen we al in het begin van de film op het doek, na een angstaanjagende openingsscène waarin een moeder haar baby in een waterval omlaag gooit. Een daad uit wanhoop die ze zelf met een gruwelijke dood moet bekopen, met een afgehakt hoofd en afgehakte vingers en tenen, ergens achtergelaten in het bos. Beelden die een voorbode zijn op wat er komen gaat.
In het Europa van de 17de en 18de eeuw vermoordden mensen die zelfmoord wilden plegen een ander om een doodvonnis te krijgen. Door te biechten hoopten ze vervolgens in de hemel toegelaten te worden en eeuwige verdoemenis te ontlopen. Het waren vooral vrouwen die dit deden met onschuldige kinderen als slachtoffer.
Filmmakers Victoria Franz en Severin Fiala deden uitgebreid research naar de periode van toen en schreven ook zelf het scenario voor de film. Voor een deel gebaseerd op het boek “Suicide by proxy” (zelfmoord bij volmacht) van Kathy Stuart, maar ook op basis van historische geschriften uit de 18de eeuw. Voor de rol van Agnes hadden ze een professionele actrice op het oog, maar die was uiteindelijk niet beschikbaar. Een oplossing diende zich aan in de persoon van Ana Plaschg, die gevraagd was voor de muziek van de film, maar die zich – zelf afkomstig uit een oude boerengemeenschap met twee grootouders die zelfmoord hadden gepleegd – erg aangetrokken voelde tot de rol van Agnes. Franz en Fiala namen de gok en Anja Plaschg transformeerde in Agnes.
Horrorfilm
Na het shockerende begin van de film zou je kunnen denken dat we in een horrorfilm zijn beland, maar de film heeft meer een documentaire uitstraling. De horror zit niet zozeer in de fysieke verminking, maar in de psychologische en emotionele aftakeling van hoofdpersoon Agnes, een jonge vrouw in een arme boerengemeenschap op het Oostenrijkse platteland. In het begin van de film schijnt de zon nog en maken we in sfeerrijke beelden kennis met Agnes en haar liefde voor de natuur: voor vogels en vlinders en haar verzameling insecten en andere vondsten uit het bos.
Na een huwelijksceremonie, waarin zij nog op handen de kerk uit wordt gedragen, komt er al snel een omslag. De krans van rozenbottels op haar hoofd wordt een hoofddoek en ze krijgt een babypop in de armen gedrukt. Dat is wat er van haar wordt verwacht: werken en kinderen krijgen. Een leven in armoede, zo blijkt uit de realistische, donkere, sfeerrijke beelden van cameraman Martin Gschlacht. Afkomstig uit een ander dorp moet Agnes wennen aan het leven van de familie van haar man. Een leven, met primitieve gewoonten en gebruiken, waarin god nog genadeloos de scepter zwaait in het dagelijks leven. “Onze lieveheer is niet blij als je niet kookt voor je man,” krijgt Agnes te horen van haar schoonmoeder, die haar steeds achter de vodden zit. En natuurlijk verwacht ‘god’ ook dat er kinderen komen, wat bij Agnes niet wil lukken, hoeveel ze ook bidt aan haar eigen huisaltaar.
Langzaamaan begint Agnes steeds ongelukkiger te worden in haar rol als kinderloze huisvrouw. En ook haar gedrag begint te veranderen. Ze wordt onrustig, paniekerig en vraagt god steeds vaker om hulp. Ze zoekt haar heil in het bos, waar ze onder meer het geïsoleerde graf vindt van de kindermoordenares uit het begin van de film. Het lichaam met afgehakt hoofd zittend op een stoel en het hoofd zelf in een metalen korf ernaast. Gruwelijk. Maar voor de dorpelingen is de moordenares er nog genadig van af gekomen want ze heeft haar zonden opgebiecht en vergeving gekregen. In tegenstelling tot Lenz, een andere dorpeling die zichzelf heeft opgehangen en die zonder mededogen eindigt op de vuilnisbelt.
Duivels
Agnes begint intussen steeds meer vast te lopen met zichzelf. Letterlijk in de modder van een visvijver of het struikgewas er omheen – een mooie metafoor – maar ook door haar niet vervulde kinderwens. Ze verwaarloost zichzelf en het huishouden, wordt steeds apathischer en ligt veel op bed. Volgens haar man Wolf heeft de duivel bezit van haar genomen. De “zwaarmoedigheid” moet uit haar lijf dus bedenkt de chirurgijn dat er een wondje moet worden gemaakt in haar nek om zo het duivelse gif – de zwarte gal die verantwoordelijk is voor de melancholie - eruit te laten etteren.
In een tijd waarin er massaal antidepressiva worden voorgeschreven, kijk je met verbijstering naar deze primitieve behandeling, die natuurlijk niet helpt. Sterker nog, Agnes raakt steeds meer de weg kwijt en komt op een gegeven moment na een dooltocht in het bos thuis met een ‘gevonden’ baby. “Een geschenk van god”, zo legt ze uit aan haar man, die haar direct terugstuurt naar de vindplaats. En het wordt van kwaad tot erger. Agnes begint steeds meer naar de dood te verlangen, wat blijkt als zij - terwijl de dorpelingen rond een brandstapel vrolijk een slachtfeest vieren - in bed haar vingers aflikt bij een potje rattengif. Dat zorgt voor hallucinerende beelden, met vlinders die uit haar mond vliegen, terwijl zij met een pop in haar armen door duistere ondergrondse gangen ronddwaalt. Tot haar schoonmoeder haar uit haar koortsdromen haalt en ze de volgende dag door Wolf wordt terugbezorgd bij haar ouders in het dorp waar ze vandaan komt.
Daar lijkt ze weer even tot zichzelf te komen, tot de oude gevoelens en het verlangen naar de dood weer terugkomen en ze volkomen onverwachts een jongen vermoord, om van hem een ‘engel van god’ te maken en zichzelf als moordenares een doodvonnis te bezorgen. Al moet er vóór de hemelpoort zich voor haar opent nog wel een priester worden gevonden om haar deze doodzonde te vergeven. Dat leidt tot een extatische, overrompelende slotscène in de biechtstoel, waarin hoofdrolspeelster Anja Plaschg, nog eens alles uit de kast mag treken om te laten zien dat zij de terechte keuze was voor deze bizarre, zware hoofdrol.
Des Teufels Bad. Speelfilm. Regie: Veronika Franz en Severin Fiala, Oostenrijk, 2024, 121 min. Première op het Filmfestival van Berlijn in 2024 en winnaar van een Zilveren Beer voor de bijzondere artistieke kwaliteit. Te zien in de filmhuizen en op Picl.nl.