Wat is mijn gender?
22 februari 2024 • Alice Shortcake1 • TRAUMA
Lily vermoedde al vroeg dat ze eigenlijk een meisje was, maar de omgeving waarin ze opgroeide reageerde daarop met vijandigheid. Ze werd het doelwit van pesten en kreeg een behandeling die de problemen erger maakte. Alice schrijft over hoe Lily vergat wie ze was opdat ze haar jeugd kon overleven. Haar verhaal maakt duidelijk dat praten over genderidentiteit kinderen niet transgender maakt, maar hen veiligheid biedt te onderzoeken wie ze zijn en daarnaar te leven.
Twijfels
Je bent zes jaar oud en ligt op bed. Op TV was een uitzending over intersekse chirurgie, waarin ouders vertelden over de moeilijke keuze die ze moesten maken: “Wordt mijn kind een jongen of een meisje?” Niet omdat er een medische noodzaak is, maar om te voorkomen dat het kind later gepest wordt. Dat vindt men belangrijker dan de vaak levenslange medische complicaties die zo’n ingreep oplevert. Om één of andere reden trok de uitzending je aandacht. “Wat als ik ook zo ben en mijn ouders de verkeerde keuze gemaakt hebben?” Niet dat die operatie dan geholpen heeft, want op school word je nog steeds dagelijks gepest. “Hoe weet ik nu of ik echt een jongen ben? Of ben ik misschien een meisje? Wanneer gaan mijn ouders mij dit vertellen?”
Het zijn de jaren '90, een tijd waarin niets interessants gebeurd, dus duikt de media op ‘fascinerende’ thema's als gender. Een volgende uitzending gaat over het genderteam van het VU medisch centrum, dat als eerste in de wereld "transseksuele" kinderen behandelde. Zo heette dat in die tijd. Ook dat trekt je aandacht en nu heb je een deadline: voor je puberteit moet je een keuze maken, want dan beginnen de hormonen onomkeerbare veranderingen aan te richten. Op school hebben de kinderen inmiddels een paar nieuwe woorden geleerd: "homo" en "lesbisch". De meisjes noemen zich homo, want ze vallen op jongens. Ze vragen of je je lesbisch wilt noemen, maar daar reageer je niet op. Het zou betekenen dat je ook meisje moet worden en dat wil je best wel, maar het is zo'n gedoe.
Conversietherapie
Het pesten wordt steeds heftiger. Dat kan ook niet anders. Je juf doet fanatiek mee en moedigt het aan. Als je fouten maakt, benoemt ze dat klassikaal en kijkt tevreden toe hoe je vrienden je uitlachen. Je gaat steeds zorgvuldiger werken in de hoop het pesten te verminderen, maar zelfs als het perfect is ‘vindt’ ze alsnog fouten. Onze gezondheid lijdt eronder en op een dag herkennen we onze eigen kleren niet meer. In het ziekenhuis belanden we onder de CT-scan, maar de artsen kunnen niets vinden. Dan maar naar de psycholoog en die heeft een antwoord: "Je bent autistisch". Ze legt uit dat dit de reden is dat we gepest worden. Als we leren normaal te doen, zal het vanzelf stoppen. We krijgen een sociale vaardigheidstraining om dat te leren. Het pesten gaat onverstoord door, maar we weten nu: dat is onze eigen schuld!
De vraag of je jongen of meisje bent voelt opeens niet zo relevant meer. Er is niemand met wie je daarover kunt praten. Bovendien heb je het stuur overgegeven aan Andy. Hij kan "normaal" doen, om te voorkomen dat we gepest worden. Vanaf de achterbank kijk je toe hoe hij je leven leidt. Op school halen we hoge cijfers, dus hij doet het kennelijk goed. Vrienden? Nah, zolang het maar lijkt of we die hebben. Hobby's? Alleen de dingen die onze ouders als acceptabel idee hebben geopperd. Hoe beter hij voldoet aan de wensen van de volwassenen om ons heen, hoe groter de kans dat wij dit overleven.
Pijnlijke veranderingen
Inmiddels begint de puberteit. Dat is de deadline en je moet een keuze maken, maar dat gebeurt niet. We moeten boxershorts gaan dragen; dat haat je. Er wordt verwacht dat we op hete zomerdagen met ontbloot bovenlijf rondlopen; dat haat je. We krijgen de baard in de keel. Je ouders vinden het zeer vermakelijk daar grapjes over te maken; je wenst dat je dood was. Vanaf de achterbank kijk je toe hoe alles gebeurt, hoe Andy alles laat gebeuren. Het is te pijnlijk, dus je wendt je ogen af en slaapt verder. Op dagen dat we alleen thuis zijn, mag je weer even achter het stuur. Weer even leven. Dan ga je naar zolder om een jurkje aan te trekken, zodat je even jezelf kunt zijn. Het zijn de kleine geluksmomenten die ons leven dragelijk houden.
Op school gaat het zo goed dat we naar de universiteit mogen. We gaan op kamers. Het liefst wil je een knalroze meisjeskamer, maar Andy laat het inrichten aan onze ouders over. Dat is het veiligste zegt hij. Wel naait hij een rokje voor je, dat je mag dragen als we weer thuis zijn. Een jaar later hebben we eindelijk internet, en dat betekent dat je je eigen jurkje kan kopen. Het leven is een stuk dragelijker geworden, maar nog steeds voel je je gevangen. Je vraagt de universiteitspsycholoog om hulp, maar erover praten lukt niet. Je laat je ouders weten dat je soms jurkjes draagt, maar wanneer onze moeder vraagt "wil je een meisje zijn?", antwoord Andy "Dat weet ik niet". Je ligt alweer te slapen.
Lily schrikt wakker
Inmiddels is het 2010. De media vindt gender nog net zo fascinerend als 20 jaar geleden. Er is weer een documentaire op TV over transgender kinderen. Je schrikt wakker en roept: "Oh shit, daar moesten we nog een keuze in maken!". Je verdiept je in het onderwerp en meldt je aan bij het VUmc. De keuze wordt nog niet gemaakt, maar in ieder geval gaan we er mee aan de slag. We kunnen er eindelijk met iemand over praten. Het duurt niet lang tot we als vrouw door het leven gaan. We ronden onze studie succesvol af, maar met moeite. Werken bij een bedrijf valt zwaar en we komen ziek thuis te zitten.
Je hoop was dat je door de transitie gelukkiger zou worden. Voor een tijdje was je dat ook. Je bent nog steeds zeer blij met het resultaat, maar de vreugde lijkt te zijn verdwenen. Met het afronden van de transitie heeft Andy zijn taak volbracht. Zonder zijn bescherming zijn de trauma's uit onze jeugd boven komen drijven en het is nu aan ons om daar eindelijk wat mee te gaan doen. Een lange zoektocht naar zorg volgt, maar levert niets op. Behandeling voor trauma wordt niet vergoed. Als we uiteindelijk toch een therapeut vinden die traumazorg biedt, wil die ons niet behandelen want we zijn autistisch. Traumazorg bij een autismecentrum dan? Zij bieden dezelfde behandeling als we in onze jeugd gehad hebben. De ‘zorg’ waarmee alle ellende begonnen is.
Hoop doet leven
Na 30 jaar media-aandacht is gender niet langer een ver-van-mijn-bed-show. Waar eerst nog fascinatie was, is die nu omgeslagen in angst: "Help! Wat als mijn eigen kind transgender wil zijn?". Psychiaters die daar een oplossing voor bieden zijn gewild bij journalisten. Dat levert veel aandacht op en daarmee ook inkomsten. Die psychiaters verkondigen droombeelden, zoals: "Kinderen zijn niet ‘echt’ transgender, maar denken dat ze dat zijn als gevolg van een ernstige psychische stoornis". Met de groeiende haat naar transgenders is dat een aantrekkelijke gedachte voor angstige ouders. De behandeling die ze aanbevelen zou nog werken ook. Met behulp van medicatie zou jij weer gaan slapen zodat Andy weer productief kan meedraaien in het bedrijfsleven.
Dat is waarom we ons transgender-zijn zo lang angstvallig verborgen hielden. Waarom we nooit met iemand erover durfden te praten. Wat als onze ouders erachter waren gekomen en zo'n psycholoog voor ons hadden gezocht? Iemand die ons zou ‘helpen’ om ‘normaal’ te worden. Iemand die jou bij ons weg zou halen en ons daarmee kapot zou maken in het diepste van ons zijn. Andy heeft 30 jaar voor je gevochten zodat jij mag leven. Zonder die hoop zou hij zwaar depressief zijn geworden en er de brui aan geven. Hij doet dit alles toch echt voor jou! De psychiater zou dan zeggen: "Zie je wel, hij was niet echt transgender, maar ernstig psychisch ziek. Het was dus goed dat we hadden ingegrepen, maar helaas kwam onze zorg te laat!". Die psychiaters worden boos als ze ‘transfoob’ genoemd worden. Ze doen dit toch om kwetsbare kinderen te helpen? Nee, ze vermoorden die kinderen. Hoe goed hun intenties ook mogen zijn, wij zouden hun hulp niet hebben overleefd.
Veiligheid?
Ik schrijf je dit om te vertellen wat we de afgelopen 30 jaar hebben meegemaakt. We hebben het overleefd. De veiligheid waar we naar verlangen, die gaat helaas nooit komen. Echter, we hebben een uitkering en een veilig thuis waar jij jezelf mag zijn. Beter dan dit gaat het niet worden. De tijd voor jou om wakker te worden, het stuur over te nemen en echt te gaan leven is aangebroken. Dat zal niet makkelijk zijn, want hoewel je inmiddels het lichaam hebt van een volwassen vrouw, ben je ergens nog steeds dat meisje dat op haar zesde op de achterbank in slaap viel. Je hebt nooit de veilige omgeving gehad die je nodig had om in op te groeien. Een omgeving waarin je mocht experimenteren met je gender en alle andere aspecten van je identiteit. Het is tijd om dat nu alsnog te doen. Dat is eng, want de samenleving begrijpt dat niet. Weet dat we altijd bij je zijn.
Liefs, Alice.
1. de echte naam van de auteur is bij de redactie bekend.