Jan Foudraine, niet van hout

31 juli 2022 • Ruud Abma •BOEKBESPREKING

coverFoudraineIn 1971 werd psychiater Jan Foudraine in één klap beroemd in Nederland met zijn boek Wie is van hout… Een gang door de psychiatrie. Hierin hield hij een vurig pleidooi voor een niet-medische benadering van ‘mensen die “schizofreen” genoemd worden’. Doordat hij tevens de autoriteit van de psychiater en van de psychiatrie als instituut ter discussie stelde, gleed zijn boek als een pakje boter in de warme pan van de opkomende ‘antipsychiatrie’ en meer algemeen de antiautoritaire beweging van de jaren zeventig. Er werden meer dan 200.000 exemplaren van verkocht.

Betekenisvolle relaties
Foudraine, geboren in 1929, werd opgeleid in de jaren vijftig toen psychiatrie en neurologie nog een gecombineerde opleiding vormden. In de Leidse psychiatrische universiteitskliniek werd hij geconfronteerd met patiënten met wie niemand iets wist aan te vangen, zoals de angstige student ‘Karel’, die na uitgebreide psychotherapie en elektroshocks geen enkele gevoelsuiting meer toonde. Uiteindelijk werd hij gediagnosticeerd als ‘defectschizofreen’ en toegewezen aan Foudraine, die contact met hem wist te leggen en hem vier maanden in intensieve behandeling had. 

Foudraine leerde uit deze ervaring ‘dat de psychotische mens begrepen en psychotherapeutisch benaderd kan worden’ en ook dat een psychose kan verdwijnen. Essentieel daarbij is dat de therapeut alles op alles zet om met zijn cliënt-medemens een betekenisvolle relatie aan te gaan. Dat staat lijnrecht tegenover de gangbare, gedistantieerde benadering waarin de patiënt ten tonele kan worden gevoerd als object, als drager van een ziektebeeld. Als de patiënt dan roept ‘Ik ben van hout, ik ben van hout!’ is dat geen typerende uiting van een schizofrene patiënt, maar een adequate reactie op de dehumaniserende houding van de psychiater: ‘Ik voel me behandeld als een stuk hout!’.

wieisvanhoutVervreemding en spiritualiteit
Voor Foudraine symboliseerde dit wat er mis was met de psychiatrie, en ook van wat er mis was met de maatschappij: ‘”Geestelijk gestoorden” zijn de luidsprekers waaruit de kwalen van onze tijd misschien het duidelijkst weerklinken’. Het ging om vervreemding, om gebrek aan diepgaand menselijk contact, niet alleen in de psychiatrie maar in de maatschappij als geheel. Dit sentiment werd in die tijd door velen gedeeld, Foudraine wist het aansprekend te verwoorden en zo kon zijn boek een bestseller worden.

Daarmee kwam hij volop in de aandacht te staan, als boegbeeld van de psychiatrische tegenbeweging. Foudraine werd veelvuldig gevraagd voor publieke optredens en wist met zijn natuurlijke charisma (zoek op internet maar eens een filmpje van hem) mensen voor zich en zijn ideeën te winnen. Datzelfde gebeurde enkele jaren later toen hij gegrepen werd door de Indiase spirituele leermeester Bhagwan en van diens gedachtegoed de belangrijkste ambassadeur in Nederland werd, in woord en geschrift (bijvoorbeeld het boek Oorspronkelijk gezicht, 1979, dat eveneens een bestseller werd).

 

Psychotherapie
Naast zijn spirituele expedities vatte Foudraine ook zijn psychotherapeutische praktijk weer op. Tussen beide bestond volgens hem geen tegenspraak: je moet eerst je ego onder handen nemen, een krachtig persoonlijk zelf vormen, om het daarna te kunnen transcenderen. Zelf meende hij dat hij, sinds hij discipel was geworden, als psychotherapeut beter functioneerde dan voorheen, dat hij directer tot de kern doordrong. Daarover schreef hij: ‘Soms leek het alsof ik helderziende was geworden. Ik had maar een paar opmerkingen nodig om het jeugdtrauma van mijn cliënt te zien, vaak tot in alle details en het meest opvallende was dat het tempo waarin ik werkte hoger lag’.

Leven en werk van Jan Foudraine bieden veel materiaal voor een interessante biografie1. In het boek van Alex Rutten komt Foudraine naar voren als een gedreven en talentvolle man, die zich graag op allerlei manieren wil manifesteren en tegelijkertijd nergens rust vindt – ook niet bij Bhagwan in Poona. Hij was een typische individualist, die in de therapeutische en religieuze gemeenschappen die hij voorstond zelf zijn draai nooit wist te vinden.

Vragen
Rutten heeft, aangemoedigd en ondersteund door de weduwe van Foudraine, zeker zijn best gedaan de hoofdpersoon zorgvuldig te portretteren. Als lezer die (anders dan Rutten) van binnen uit bekend is met het werkveld en de geschiedenis van psychiatrie en psychotherapie blijf je met vragen zitten. Bijvoorbeeld: wat voor psychotherapeut was die Foudraine nu eigenlijk? Was er wel eens iemand met wie hij overlegde? Of deed hij alles op eigen houtje, vanuit naar eigen smaak aangelengde psychoanalytische uitgangspunten? Wat was de ontwikkeling in zijn denken over psychiatrie? Het boek laat er af en toe wel iets van zien, maar blijft naar mijn smaak te veel aan de oppervlakte en is ten opzichte van de hoofdpersoon ook weinig kritisch. Positief geformuleerd: er is nog alle ruimte voor een tweede biografie.

Jan Foudraine. Psychotherapeut, onderzoeker, schrijver. Alex Rutten, 2021. Ambo/Anthos. 333 blz., € 26,99

1.Deviant interviewde Jan Foudraine in 2001. Zie: https://www.tijdschriftdeviant.nl/images/stories/deviant29-04.pdf