Druk, vermoeid en alleen

24 juni 2022 • Michi Almer • BOEKBESPREKING

Werk is geen oplossing coverMensen die vanwege ziekte, beperking of psychische problemen weinig kans maken op de arbeidsmarkt dromen vaak van een ‘echte’ baan, maar om hen heen bezwijken steeds meer mensen onder de druk van werk. We werken gemiddeld niet alleen meer uren dan de generaties voor ons; door de flexibilisering van de arbeidsmarkt biedt werk steeds minder zekerheid en vereist het vinden en behouden van werk steeds meer inspanning. Marguerite van den Berg beschrijft de sociale en psychische gevolgen van deze veranderingen. ‘Werk is geen oplossing’ zo luidt haar conclusie – en de titel van haar boek.. 

Iedereen is moe, niemand heeft tijd
Al in 1984 schreef Hans Achterhuis een boek met de titel Arbeid, een eigenaardig medicijn. Hij benadrukte dat loonarbeid onderdrukkend en ziekmakend is. Veel mensen kwamen destijds in de WAO terecht. Aan de andere kan constateerde hij dat mensen die geen werk hebben niet alleen inkomen maar ook structuur, betekenis en sociale inbedding in hun leven missen. Daar worden ze soms letterlijk ziek van. Een ‘echte’ baan kan dan een effectief medicijn zijn: eigenaardig! 

Het boek Werk is geen oplossing van Marguerite Van den Berg biedt een actuele bijsluiter voor dit eigenaardige medicijn. De voornaamste bijwerking loopt als rode draad door het boek: Iedereen is moe, niemand heeft tijd. Dit geldt voor zzp-ers die elkaar moeten beconcurreren om opdrachten in de wacht te slepen en vaak amper kunnen rondkomen. Het geldt voor mensen die met nul-uren contracten permanent klaar moeten staan voor het geval dat ze worden opgeroepen. Maar het geldt ook voor mensen die nog een vaste baan hebben. De auteur is zo iemand. Ze werkt aan de universiteit en heeft daar te maken met reorganisaties, met hevige concurrentie tussen collega’s, en krijgt ieder jaar taken erbij. Ze is zich ervan bewust dat ze beter af is dan heel veel anderen, maar toch is ook zij moe en heeft ook zij veel te weinig tijd. 

Precariaat
Sinds de jaren tachtig is veel veranderd: het sociale vangnet dat de verzorgingsstaat bood vertoont grote gaten en de arbeidsmarkt is geflexibiliseerd. Steeds meer mensen werken met tijdelijke contracten of als zzp-er. Waar een baan vroeger voor enige zekerheid zorgde – van inkomen, van werktijd en dus ook van vrije tijd - is tegenwoordig onzekerheid troef: Werk vinden, en zo mogelijk behouden, intussen uitkijken naar nieuwe mogelijkheden, misschien een opleiding of cursus waardoor je kansen beter worden? Het slokt allemaal heel veel tijd op.

mikhail tyrsyna sPXtmZu82jw unsplashVoor mensen die van de ene tijdelijke baan naar de andere hoppen, vaak tussentijds aangewezen op een uitkering, of  zich als ‘zelfstandige’ uit de naad werken om aan de rand van de armoede te blijven balanceren, is de term ‘precariaat’ bedacht. Guy Standing omschreef daarmee in 2011 een nieuwe, groeiende klasse, die niet alleen vast werk mist, maar ook in andere opzichten te maken heeft met bestaansonzekerheid. Hij pleit onder meer voor een basisinkomen om te voorkomen dat deze groeiende onzekerheid tot sociale en politieke rampen leidt. 

Intussen is de term ‘precariaat’ ook ingeburgerd in beleidsnota’s, maar Van den Berg merkt op dat daarin de precairen vooral als zorgwekkende randfiguren verschijnen, terwijl haar boek juist laat zien hoe wij allemaal door de precarisering worden geraakt. 

Manisch-depressief
Mensen zijn tegenwoordig niet alleen druk en moe, ze zijn ook angstig en ze voelen zich vaak eenzaam. De onzekerheid maakt dat we anderen vooral als concurrenten zien en bang zijn de strijd om pakweg een goed betaalde opdracht te verliezen. Competitie kan ons motiveren om goed te presteren, maar leidt ook vaak tot teleurstellingen. Veel levens worden gekenmerkt door periodes van enthousiaste activiteit die gevolgd worden door teleurstelling, somberheid en uitputting.  In navolging van de Vlaamse socioloog Rudi Laermans constateert Van den Berg dat we te maken hebben met een manisch-depressieve grondstemming. Dit soort levens biedt weinig ruimte voor betekenisvolle sociale relaties, voor zorg voor kinderen, ouderen en elkaar. Minder nog voor reflectie over wat er mis is en hoe we dat zouden kunnen veranderen. Wie dreigt vast te lopen, zoekt raad bij een coach of bij zelfhulpboeken. ‘Aan jezelf werken’ is het devies. 

‘We dromen veel te weinig over een betere toekomst voor ons allemaal’, stelt Van den Berg, ‘in plaats daarvan dromen we hyperindividuele vergezichten die van alle politiek ontdaan zijn’.  Ze pleit voor zorgvuldig taalgebruik: in plaats van ‘ik heb een burn-out’ kunnen we beter ‘wij zijn uitgeput en opgebrand’ zeggen. Dan richten we de aandacht erop dat we niet de enigen zijn en dat er iets is wat ons uitput, dat iemand ons opbrandt. 

Werk bevrijdt niet
We verwachten te veel van werk, zo blijkt uit het boek. Via betaalde arbeid zouden vrouwen zich kunnen bevrijden, zo dachten we in de jaren zeventig. Maar nu vrijwel alle vrouwen aan het werk zijn, blijkt dat het leeuwendeel van het onbetaalde werk van zorg en huishouden nog steeds door vrouwen wordt gedaan, ook in de gevallen dat mannen en vrouwen evenveel buitenshuis werken en een deel van zorg en huishouden tegen betaling wordt gedelegeerd aan… andere vrouwen. do nhu bizLWB60Uso unsplash

Het is trouwens wrang, merkt Van den Berg op, dat betaald werk, sinds vrouwen daarin op grote schaal zijn gaan participeren, onzekerder is geworden en ook nog eens meer tijd is gaan opslokken. Waar vroeger één baan van veertig uur voldoende werd geacht om een gezin te onderhouden, is daar nu minstens anderhalve baan voor nodig. Merkwaardig want lange tijd ging men ervan uit dat de automatisering zou leiden tot kortere werktijden. Zo voorspelde de Britse econoom Keynes in 1930 dat we honderd jaar later nog maar 15 uur per week zouden werken. 

Nu loonarbeid meer uren opslokt en steeds vaker permanente beschikbaarheid vereist, is het moeilijker om verantwoordelijkheid te nemen voor zaken die buiten de sfeer van loonarbeid vallen – voor vrouwen én mannen. Voor de veelal mannelijke piloten van Transavia was dat een reden om in februari 2018 te gaan staken. Hun roosters werden vaak op het laatste moment veranderd. Dat maakte hen tot onbetrouwbare vrienden, partners en vaders, vonden ze. 

Slecht voor de geestelijke gezondheid
elisa ventur bmJAXAz6ads unsplashRichard Sennett schreef al in 1998 dat de flexibiliteit die van de moderne mens wordt verwacht niet gedijt bij onzekerheid: creativiteit, risico’s nemen en een heel andere weg in slaan, vereisen een veilige basis waar je op terug kunt vallen. Als die ontbreekt, nemen we juist zo min mogelijk we risico’s.

Dit kan er onder meer toe leiden dat mensen langer in een toxische arbeidssituatie, of relatie blijven dan ze zouden doen als staat en arbeidsmarkt meer zekerheid zouden bieden. De vele burn-outs zijn vanuit dit perspectief geen verrassing. En voor wie psychisch kwetsbaar – of gekwetst! – is, is het moeilijk in deze arbeidsmarkt te (re)integreren. Het drama dreigt zich te herhalen. 

Degenen die niet meer kunnen of mogen werken blijven eenzaam en ledig achter te midden van al dat gehaaste gedoe en al die drukke mensen die geen tijd hebben.

Wreed optimisme
Iedere reorganisatie, iedere verzwaring van ons takenpakket, elke zenuwslopende sollicitatie, alles worden we geacht te begroeten als nieuwe kansen en uitdagingen. Hoopvol dienen we ons erop voor te bereiden. Ook wie geen werk heeft dient optimistisch te blijven. In speciale trainingen wordt mensen geleerd het precaire bestaan te accepteren en optimisme te tonen.2

jon tyson XmMsdtiGSfo unsplashVeel tijd wordt gestoken in wat Van den Berg ‘hooparbeid’ noemt: cursussen volgen, projectvoorstellen schrijven, onbetaald werken als stagiair en wat mensen verder nog allemaal doen in de hoop hun kansen te vergroten en er ooit geld mee te kunnen verdienen. 

En zelfs wie het precaire bestaan kan accepteren, verwacht en hoopt ooit meer vastigheid en zekerheid te bereiken. Een volwassen leven begint immers voor de meeste mensen met een stabiele woonsituatie en stabiel werk. En onder andere de woningmarkt en kinderopvang zijn nog steeds gebaseerd op vaste banen. Maar nu zowel de economie als de staat onzekerheid produceren, is dit voor velen een valse hoop.  Van den Berg haalt Lauren Berlant aan, die de term ‘cruel optimism’, wreed optimisme heeft gemunt voor verwachtingen en hoop die ons belemmeren. Zolang we hopen om  als winnaar uit de concurrentiestrijd  tevoorschijn te komen, dragen we bij aan onze onzekerheid. We houden die in stand doordat we ons tegen elkaar uit laten spelen, hopend op een van de schaarse plekken van relatieve zekerheid. 

Ik kan niet anders dan Van den Berg gelijk geven, maar gegeven de manier waarop de maatschappij tegenwoordig is ingericht is het moeilijk te bedenken hoe we aan deze ondermijnende concurrentie kunnen ontsnappen.. 

Aanknopingspunten voor verandering
Het zou ook anders kunnen. Van den Berg haalt Silvia Federici aan, die lange jaren in Nigeria heeft gewerkt. Daar waren de mensen verbaasd dat mensen zoals zij zo afhankelijk waren van hun baan. Heb je dan geen dorp waar je heen kunt, als het even tegen zit? Zo’n dorp betekent voor hen land waar je voedsel kunt verbouwen en een gemeenschap waar je op terug kunt vallen. Daar kunnen we van leren, volgens Van den Berg. 

good faces E vpjYmdtd4 unsplashEen mooie gedachte, maar voordat we los van economie en staat met elkaar onze bestaanszekerheid kunnen opbouwen moet er veel veranderen – in onze hoofden maar ook in de wereld. Dat vereist reflectie, samenwerking en politieke strijd. En hoe gaan we dat doen, als iedereen druk en moe is en niemand tijd heeft? 

Het laatste deel van het boek draagt de titel ‘Hoe we kunnen beginnen het anders te doen’ Dat biedt aanknopingspunten: verzet plegen, desnoods heimelijk, maar wel erover vertellen; isolement doorbreken door ervaringen te delen; werken aan gemeenschappelijke projecten, aan ‘commons’. 

Maar de voornaamste kracht van het boek is toch dat het de sociale en psychische gevolgen van de veranderingen in de arbeidsmarkt en de precarisering die zij teweeg hebben gebracht laat zien. Daar hebben we allemaal mee te maken, of we nu midden in het drukke leven staan – en opgebrand dreigen te raken – of  aan de zijlijn waar we ons buitengesloten voelen. Zolang er niets veranderd is werk inderdaad geen oplossing!

Marguerite van den Berg Werk is geen oplossing. Amsterdam University Press, 2021. 168 blz. €17,50

1. In 2003 besprak ik voor Deviant Respect van Richard Sennett. Zie: https://www.tijdschriftdeviant.nl/images/stories/Deviant39.pdf
2. Over deze en andere problemen van zogenaamde integratie trajecten zie: https://www.tijdschriftdeviant.nl/images/stories/deviant86-14.pdf