Heinz Mölders, veelzijdig en betrokken
6 december 2021 – Michi Almer – IN MEMORIAM
Op 19 oktober 2021 overleed Heinz Mölders, medeoprichter van Deviant, initiator en drijvende kracht achter de Multiloog-bijeenkomsten, kunstenaar en bovendien iemand met een groot hart en onvermoeibare inzet voor mensen die het wat minder getroffen hebben in deze wereld. Zelf vermeldde hij graag dat hij ook automonteur was, op zijn veertiende begonnen als jongste bediende in een garage. Hij wist uit eigen ervaring hoe het onderaan de maatschappelijke ladder was. Michi Almer ontmoette Heinz in 1976. Zij deelden vele interesses en een lange vriendschap.
Zoektocht
Heinz begon in 1976 psychologie te studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Daar vonden we elkaar in een zoektocht naar benaderingen die mensen bekeken in hun historische en sociale context. De psychologie die wij geacht werden te bestuderen was uitsluitend geïnteresseerd in observeerbaar en meetbaar ‘gedrag’ – in onze ogen individualiserend, reductionistisch en vooral oninteressant.
Zo kwamen we elkaar tegen in de niches van het psychologisch laboratorium: een eenvrouws afdeling humanistische psychologie bracht ons in contact met de ideeën van Fromm, Maslow en Rogers. Bij het tweekoppige Vietnam secretariaat, opgericht tijdens de protesten tegen de Vietnam-oorlog, maakten we kennis met de transculturele psychiatrie van Erich Wulf en George Devereux. Vervolgens trokken we naar Berlijn, waar Klaus Holzkamp samen met onder andere zijn partner Ute Osterkamp bezig was de in het Marxisme gewortelde ‘Kritische Psychologie’ te ontwikkelen.
We vonden een Amsterdamse studiegroep waarin we met elkaar en van elkaar leerden de complexe academisch-Duitse teksten te doorgronden en hun betekenis voor ons leven en onze – toekomstige – beroepspraktijk bespraken.
Zonder werk
Heinz besloot zijn studie voort te zetten in Utrecht, en richtte daar een ‘project kritische psychologie’ op waarvoor hij naast een aantal medestudenten ook twee docenten enthousiast wist te maken. Zij verdiepten zich in de gevolgen van werkloosheid en deden mee aan een project ‘Mensen zonder werk’ in de Amsterdamse Bijlmer. Naast afstudeerscripties van de studenten kwam hier een tentoonstelling in het Academisch Medisch Centrum uit voort met de titel ‘Baanloosheid en Gezondheid’.
Uiteraard hadden we ook in onze Amsterdamse studiegroep belangstelling voor dit thema: het viel in de jaren tachtig niet mee om als psycholoog een baan te vinden. Even leek het er zelfs op dat wij samen een project rond werkloosheid zouden beginnen, maar dat plan dreigde te verzanden in navelstaren. Onze wegen gingen uiteen.
Platform Ggz en Deviant
Heinz werd actief in het Amsterdamse Platform ggz, een bont en strijdbaar gezelschap van cliënten, naasten, hulpverleners en onderzoekers. Ook werkte hij enige tijd bij de afdeling preventie van een Riagg, waar hij collega’s trof die zijn stevige kritiek op de individualiserende behandelpraktijk deelden. “Wij vonden dat de ggz veel te weinig oog had voor de maatschappelijke inbedding van de problemen waar mensen hulp voor zochten,” memoreerde zijn toenmalige collega Joop Kools. “Maar geen van ons heeft zich zo consequent als Heinz ingezet voor wat we tegenwoordig ‘mensen met een psychische kwetsbaarheid’ noemen.”
Het Amsterdams Platform gaf een nieuwsbrief uit die ook buiten Amsterdam werd gelezen. Zo ontstond het idee om een landelijk tijdschrift op te richten. In 1994 verscheen het eerste nummer van Deviant. Heinz hoorde bij de redactieleden van het eerste uur. Hij genoot van het samenwerken aan een mooi, kritisch en inspirerend blad, maar stelde ook hoge eisen. Luchtige en journalistieke bijdragen vond hij al snel te oppervlakkig, te weinig recht doen aan de complexe tegenstrijdigheden die de wereld van de ggz nu eenmaal kenmerken. Ook wat de illustraties betrof was hij niet snel tevreden. Die moesten artistiek verantwoord zijn en een eigen verhaal vertellen: geen voorspelbare plaatjes dus bij de artikelen. Heinz was ook kunstenaar, en zijn tekeningen en schilderijen hebben menig nummer van Deviant gesierd.
Inspiratie uit Duitsland en Italië
Inhoudelijk keek het nieuwe blad vaak buiten de landsgrenzen: ook elders waren er immers mensen die zich inzetten voor mensen met psychische problemen, die kritiek hadden op de ggz en werkten aan alternatieven. Heinz, geboren en opgegroeid in Duitsland, richtte zich vooral op het Duitse taalgebied. Hij bezocht congressen en projecten en organiseerde over en weer werkbezoeken. Zo kwam hij in contact met de ‘Psychoseseminare’: bijeenkomsten waar cliënten, hulpverleners en familieleden met elkaar in gesprek gaan.
Heinz was enthousiast. Hij had gelezen over de Italiaanse democratische psychiatrie die ervoor gezorgd had dat inrichtingen werden gesloten en psychische hulp midden in de samenleving werd geboden. In dat kader werden ook gespreksbijeenkomsten tussen hulpverleners en cliënten georganiseerd. Zou het mogelijk zijn iets vergelijkbaars hier in Nederland op te zetten? Zo ontstond het idee voor wat Heinz’ levenswerk zou worden: de multiloog-bijeenkomsten. In tegenstelling tot de Duitse psychose-seminars beperkt de multiloog zich niet tot psychosen; psychische problemen kunnen zich immers op vele andere manieren uiten. Evenmin beperkt de multiloog zich tot cliënten, familie en hulpverleners; ook vrienden, buren, leraren, politieagenten en collega’s kunnen immers iemand met psychische problemen steunen – of de problemen juist verergeren.
Luisteren, ook als het schuurt
De eerste groepen begeleidde Heinz samen met Kees Onderwater, werkzaam bij de afdeling preventie van een Amsterdamse Riagg. Maar Heinz wilde dat het project onafhankelijk werd van welke ggz-instelling dan ook en ging zelfstandig door. In de loop der jaren heeft hij veel mensen aan het idee en de praktijk van multiloog weten te binden, maar toch bleef het steeds ‘zijn project’.
In eerste de plaats omdat Heinz een geweldige gespreksbegeleider was: geduldig en oprecht geïnteresseerd in de verhalen van mensen en in staat goed te luisteren, ook als iemand moeite had om uit zijn woorden te komen of als er eens heftige emoties geuit werden. Marc Schoffelen vertelde hoe hij als psychiater voor het eerst een multiloog bezocht. Mensen vertelden over hun ervaringen in de psychiatrie, hoe zij zich niet gehoord en gezien voelden, dat er geen aandacht was voor hun verhaal en dat ze tegen hun zin psychofarmaca kregen ingespoten. Zeer ongemakkelijk voor iemand die zelf als psychiater ook wel eens zo’n injectie had gegeven. Hij besloot daarover te vertellen en het werd doodstil. De vragen die Heinz hem vervolgens stelde, over de situatie waarin hij zulke beslissingen moest nemen, over wat dat met hem deed en wat hij in zijn werk zou willen veranderen, gaven hem ruimte om te reflecteren en zorgden ervoor dat hij zich ook door de aanwezige cliënten een beetje begrepen voelde. Marc was gewonnen voor de multiloog en zette zich lange tijd in als gespreksleider. Ook anderen vervulden die rol, bijvoorbeeld Nona die vanuit haar eigen ervaringen met bijzondere geestestoestanden jarenlang anderen wist te stimuleren hun eigen verhaal te delen.
Kritische psychologie als leidraad
Maar Heinz was niet zomaar een goede gespreksbegeleider: voor hem was de praktijk van multiloog onlosmakelijk verbonden met de theoretische achtergrond van de kritische psychologie. Die hielp hem om de juiste vragen te stellen en bood hem het kader waarbinnen hij het project verder wilde ontwikkelen. In dit opzicht moet hij zich soms eenzaam hebben gevoeld. Vaak stelde hij voor een tekst van Klaus Holzkamp of van Ute Osterkamp te lezen met de mensen die op dat moment bij multiloog betrokken waren. Daar kwam weinig van terecht: de Duitse teksten waren niet echt uitnodigend. Heinz bleef het proberen, eerst met artikelen van ruim dertig pagina’s, op het laatst met een citaat van twee of drie zinnen, dat dan toch een hele pagina besloeg. Misschien was het beter geweest om de essentie van zo’n tekst in eigen woorden weer te geven, maar Heinz vond het belangrijk om uit te gaan van de originele teksten, met al hun nuances en complexe samenhangen, opdat de mensen waarmee hij samenwerkte zouden begrijpen waar het om ging.
Hij had zoveel plannen, zoveel materiaal – verslagen en geluidsopnames van bijeenkomsten – dat hij wilde analyseren, liefst samen met de mensen om wier verhalen het ging. Maar de organisatie – het aanvragen van subsidie, en de bijbehorende verslaglegging, het vinden van geschikte locaties en organisaties om mee samen te werken – kostte samen met de voorbereiding van de bijeenkomsten zelf zoveel tijd dat hij daar nauwelijks aan toekwam. Dat frustreerde hem behoorlijk. De laatste jaren heeft zijn vrouw, Margitta Matthies een flink deel van deze taken overgenomen. Na lange jaren een relatie op afstand (tussen Hamburg en Amsterdam) te hebben gehad, deelden ze nu niet alleen het dagelijkse leven, maar ook dit bijzondere project. Heinz bloeide op.
Kunst en natuur
Met Margitta deelde Heinz ook de liefde voor de kunst. In hun tuin in de Wijde Wormer werkten ze beiden aan beelden, Margitta vooral in steen, Heinz ook met hout en metaal. En in die tuin, omringd door groen en door hun fraaie beelden, was iedereen welkom. Ook in tijden van corona konden we daar met kleine groepen bij elkaar komen en spreken over nieuwe plannen en inzichten rond multiloog. En altijd was er goede koffie, wijn of sap en lekker eten. Wie wilde mocht even gaan liggen op een ligstoel en kreeg desgewenst nog een dekentje. Hier was Heinz in zijn element: hij genoot van het gezelschap van geestverwanten, van de gesprekken en de betrokkenheid bij elkaar en bij de strijd voor een wereld met minder onrecht en meer menselijkheid.
Tot slot
Mensen die net als Heinz interesse hebben in theoretische bespiegelingen over de relatie tussen maatschappelijke ontwikkelingen en onze psychische gesteldheid maar ook in de praktijk waarin de verhalen daarover gedeeld en gehoord worden, zijn schaars, maar rond multiloog zijn er aardig wat te vinden. Zij vullen de leegte die Heinz achterlaat een beetje op. Samen willen we proberen multiloog voort te zetten. Omdat er nog steeds ruimte nodig is om te praten over psychisch lijden en over de sociale context die dit lijden veroorzaakt, versterkt of verlicht. En omdat er nog altijd veel verhalen zijn, die tot grotere verhalen gesmeed willen worden over wat het betekent in deze, soms duistere, tijden te leven.
Daarbij zullen we Heinz gedenken, en missen.