Oliver Sacks in eigen woorden
13 augustus 2021 • Henk Maurits • FILMRECENSIE
Hij was briljant en ongelukkig, een begenadigd schrijver, maar ook zelfdestructief. Geprezen om zijn empathie en observatievermogen en ook geruime tijd verguisd door collega neurologen. Oliver Sacks was een man met verschillende gezichten. Een arts die een beroemd schrijver werd, maar diep van binnen ook een ‘gekweld persoon’, zoals hij zegt in Oliver Sacks: His Own Life, de gefilmde memoires van zijn leven.
Ingewikkeld, turbulent en veelzijdig
Toen in 2014 bij Sacks een ernstige vorm van kanker werd geconstateerd en hij zich realiseerde dat zijn dagen geteld waren, kreeg hij het idee om met een camera en wat trouwe vrienden terug te kijken op zijn veelzijdige en soms turbulente leven en leefstijl. De verhalenverteller pur sang neemt de kijker mee naar zijn jeugd in Londen, als verlegen kind in een Joodse doktersfamilie, zijn coming out als homoseksueel, zijn vlucht naar Amerika en zijn carrière als arts en schrijver.
Het is zijn ‘eigen verhaal’ dat wordt ingekleurd met veel foto’s en filmbeelden, interviews met andere neurologen en mensen die nauw met hem hebben samengewerkt. Zoals Kate, z’n rechterhand die in de latere jaren van zijn leven van alles voor hem regelde, samen met een groepje trouwe vrienden c.q. bewonderaars. In de film treuren ze al op voorhand over zijn naderende afscheid. Maar eerst neemt Sacks ze aan de hand van talrijke anekdotes nog eenmaal mee op reis door zijn kleurrijke leven.
Extremen
In Oliver Sacks: His Own Life doemt een man op van extremen. Iemand die lange tijd op zoek is naar zichzelf, soms neigt tot zelfdestructie en iemand die zich gemakkelijk kan identificeren met de patiënten waarover hij schrijft in zijn boeken. Thuis werd hij geconfronteerd met een schizofrene broer die hem angstig maakt over zijn eigen brein. ‘Kan mij dat ook gebeuren?’, zo vroeg hij zich geregeld af. Hij was een verlegen jongen met migraine en erg ‘close’ met zijn moeder. Sacks raakt geïnteresseerd in chemie en scheikunde, gaat studeren in Oxford, waar hij als een excentrieke student wordt beschouwd. Hij kampt met zijn homoseksuele gevoelens en komt in aanvaring met zijn moeder, die zijn coming out walgelijk vindt en er afwijzend op reageert. Het leidt tot een breuk die lange tijd van invloed is op zijn gevoelsleven. Een breuk die er mede de oorzaak van is dat hij het preutse Engeland van de jaren vijftig de rug toekeert en in 1960 naar Amerika vlucht.
Bodybuilding
Hij duikt onder in de homoscene van Californië en lijkt op een gegeven moment, met leren kleding en grote motor, zo weggelopen uit de film The Wild One uit 1953. Om meer zelfvertrouwen te krijgen is hij erg met zijn lichaam bezig, doet aan bodybuilding en gewichtheffen en wordt dikker en dikker. Ook begint hij, begin jaren zestig, te experimenteren met drugs. Stijf van de speed rijdt hij zo hard mogelijk met zijn motor rond. ‘Ik speelde met de dood’, zegt hij er in 2015 over in zijn afscheidsinterview.
Daarnaast raakt hij meer en meer geïnteresseerd in literatuur en wetenschap, met name neurologie. Midden jaren zestig verhuist hij, na zijn neurologiestudie te hebben afgerond, naar de Bronx en gaat werken in een eigen laboratorium voor neuropathologie en neurochemie. Maar eerst moet hij - samen met een therapeut - nog definitief afrekenen met zijn amfetaminegebruik, voor hij serieus aan de slag kan als dokter en schrijver.
Awakenings
Omslagpunt in zijn leven is zijn aanstelling in het Beth Abraham Hospital, waar hij geconfronteerd wordt met patiënten met ecephalitis lethargica, de epidemische slaapziekte uit de jaren twintig, die mensen tientallen jaren in een soort comateuze, catatonische toestand houdt. Sacks ontdekt een tekort aan de neurotransmitter dopamine en begint in 1969 te experimenteren met het medicijn L-dopa. De rest van het verhaal kennen we uit zijn boek hierover en de gelijknamige film Awakenings, met Robin Williams als Sacks en Robert de Niro als de patiënt die ‘ontwaakt’. Het aanvankelijke wondermiddel blijkt onvoorspelbare bijwerkingen te hebben. Voor sommigen wordt L-dopa ‘hell-dopa’. Sacks wordt afgeserveerd door veel andere neurologen, ‘vlucht’ even terug naar Europa en begint boeken te schrijven. Hij munt uit in de beschrijving van ziektegeschiedenissen en vestigt midden jaren tachtig zijn naam als auteur.
Sacks schrijft als empathische observator met een groot inlevingsvermogen over tal van onderwerpen: van autisme tot parkinsonisme, van gebarentaal tot visuele agnosia (mensen aanzien voor objecten, zoals de patiënt in zijn bestseller The Man who mistook his wife for a hat, uit 1985).
‘Ik ben niet gemakkelijk in een hokje te stoppen’, zegt hij in zijn afscheidsinterview over zijn veelzijdigheid. ‘Ik schrijf over patiënten. Ik heb geen theorie. Ik beschrijf en observeer. Ik ben een veldwerker. Ik laat dingen zien.’ Dat is precies wat we ook te zien krijgen in Robert Sacks: His Own Life. Een niet echt kritische, naar zijn hand gezette, openhartige filmbiografie van een arts die schrijver werd. Een man op zoek naar de binnenwereld van patiënten en daar een aantal prachtige boeken over heeft geschreven.
Oliver Sacks: His Own Life. Regie: Ric Burns, USA, 2020, 94 min., documentaire. In de filmtheaters vanaf 12 augustus 2021.