Wet Verplichte GGZ, betere zorg of onrechtvaardig?
15 december • Yaira Schoester • WET VERPLICHTE GGZ
Op 1 januari 2020 gaat de Wet Verplichte GGZ (Wvggz) in. Vanaf dan vervangt die de Wet Bijzondere Opneming Psychiatrisch Ziekenhuizen (Bopz). Volgens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelt de nieuwe wet de zorg centraal. Klinkt goed. Maar pakt dit ook zo uit voor de cliënt? Yaira Schoester heeft gerede twijfels en legt die voor aan het ministerie.
Schending grondrechten
Anders dan bij de Bopz, waar gedwongen opname in een instelling centraal staat, is er onder de Wvggz verplichte zorg thuis mogelijk. Deze verplichte zorg biedt zeker kansen voor goede zorg maar schendt ook de grondrechten van de cliënt, in het bijzonder het recht op persoonlijke integriteit en bescherming van het recht op privéleven. Onder verplichte zorg valt onder andere het beperken van bewegingsvrijheid, het insluiten, het uitoefenen van toezicht op cliënt, onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woonruimte op gedrags-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen. Dit lijkt sterk op een huiszoeking die alleen door opsporingsambtenaren mag worden uitgevoerd als iemand zodanig verdacht wordt van een strafbaar feit dat die hoogstwaarschijnlijk in voorlopige hechtenis gesteld wordt. Is een psychiatrisch patiënt opeens een crimineel?
Verplichte zorg
Wie gaat deze verplichte zorg uitvoeren? Volgens de nieuwe wet is dat de zorginstelling. Maar is de instelling de juiste partij om zulke handelingen thuis te verrichten? Wat als een cliënt zich verzet? Juist thuis moet wie dan ook zich veilig kunnen voelen. Iemand zal zich tijdens en na zo’n ervaring thuis niet langer veilig voelen. Weg behandelrelatie! De wet gaat hier te ver! Openheid, eerlijkheid en respect, daar draait het om in de zorg!
De zorgaanbieders moeten via het opstellen van een beleidsplan nadenken over de voorwaarden van de Wvggz. Dit betekent ook nog dat elke zorgaanbieder er een andere invulling aan kan geven. Wat er met de cliënt gaat gebeuren is afhankelijk van die invulling. Dit moeten we niet willen!
Rol familie en naasten
Positiever is het familiebeleid binnen de Wvggz. De inhoud ervan maakt het mogelijk dat, als er een aanvraag voor verplichte zorg in voorbereiding is, een cliënt zelf met zijn familie of andere naasten een plan van aanpak opstelt met afspraken om deze verplichte zorg te voorkomen. Zo’n zelf opgesteld plan biedt de cliënt de mogelijkheid een concrete uitwerking te geven aan het idee om met hulp van naasten of vrienden, zoveel mogelijk eigen regie te voeren over zijn/haar eigen leven. En dat op deze manier zo veel mogelijk zorg op basis van vrijwilligheid wordt geboden en verplichte zorg zo mogelijk wordt voorkomen. Samen met familie een plan opstellen betekent wel dat de instelling de familie serieus neemt. Iets dat vaak niet het geval is. Ook betekent dit dat families daadwerkelijk in staat zijn deze rol te vervullen. Dat is waarschijnlijk in niet meer dan de helft van de situaties het geval, aangezien veel instellingen niet goed zijn in de begeleiding van familie en naasten!
Het ministerie antwoordt
Ik vroeg het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of het zich ervan bewust was dat de nieuwe wet het voor hulpverleners mogelijk maakt om handelingen uit te voeren die normaliter strafbaar zijn, waaronder vrijheidsberoving (art. 282 Sr.), dwang (art. 284. Sr.) en, gezien separatie, fixatie, insluiting en dwangmedicatie als doel hebben iemand in een staat van onmacht te brengen, ook geweldpleging (art. 81 Sr.). Ook vroeg ik het ministerie hoe zij de nieuwe wet als ‘zorg’ kan definiëren.
Volgens het ministerie is de Wvggz een belangrijke verbetering voor de positie van personen met een psychische stoornis die tegen hun wil zorg wordt verleend. Allereerst door het hiervoor genoemde plan van aanpak van cliënt en zijn naasten om verplichte zorg te voorkomen. Ten tweede doordat - als toch verder wordt gegaan met de beslissing verplichte zorg te bieden - behandelaren verplicht zijn rekening te houden met zijn/haar voorkeuren. En: dat dwang niet verder mag gaan dan strikt noodzakelijk is.
Waarborgen ontbreken
Waar het om gaat is dat de Wvggz het voor hulpverleners mogelijk maakt handelingen uit te voeren die normaliter strafbaar zijn, waaronder vrijheidsberoving en fixatie. Het ministerie zegt zich er terdege van bewust te zijn dat het hier gaat om wetgeving die de grondrechten inperkt. En voegt eraan toe dat het toepassen van dwang met waarborgen is omkleed en dat daar niet lichtvaardig mee mag worden omgegaan. Dat klinkt prachtig maar waarborgen worden niet gegeven.
Hoe dat in de praktijk uitpakt moeten we nog zien. Er wordt alleen gesteld dat de rechter iedere vorm van dwang, behoudens noodsituaties, vooraf toetst. De hulpverlener is gebonden aan de beslissing van de rechter. Deze toetsing bestaat al en functioneert matig omdat cliënten zich juist op de momenten waarop het niet goed gaat kunnen verweren en vervolgens door veelal pro-deo advocaten niet sterk worden vertegenwoordigd. Een serieus aandachtspunt voor de praktijk en in de evaluatie van de wet is hoe de cliënt daadwerkelijk beter beschermd kan worden!
De zorg centraal … maar hoe?
Over de vraag of de Wvggz de zorg wel centraal stelt, is het ministerie heel stellig. Men is ervan overtuigd dat deze wet mogelijkheden biedt om betere zorg te bieden. Maar over het hoe is het ministerie vaag.
‘Door vroeg-signalering en door iemand al in een eerder stadium toe te leiden naar ondersteuning en zorg met lichter ingrijpen, kan zwaarder ingrijpen voorkomen worden’, stellen ze. Klinkt mooi, maar is daar een (nieuwe) wet voor nodig?
Onderzoek eerst de oude wijn
Probleem is juist dat de zorg nu niet sterk is in vroeg-signalering en op vroege signalen niet goed inspeelt. Dit probleem lost een wet niet op. Nodig is een goede uitkomstanalyse en vrijwel zeker meer geld voor partijen die nog wel de mens in het vizier hebben. Laat de grauwe en gedemotiveerde ggz-instellingen - de goede niet te na gesproken! - lekker doodbloeden. Zij gaan onder invloed van het Ministerie van Mooie Woorden en Hoop het verschil niet maken.
Het ministerie erkent wel dat het toepassen van dwang de behandelrelatie onder druk kan zetten. Vandaar dat het wil dat er wordt ingezet op vrijwillige zorg binnen de psychiatrie en dat, in geval van onverhoopt gedwongen zorg, deze zo min mogelijk belastend dient te zijn en rekening wordt gehouden met iemands voorkeuren. Mijns inziens erg idealistisch. Ik hoop dat wordt ingezet op een serieuze evaluatie van deze wet. Wat zou het mooi zijn als de huidige situatie eens goed werd onderzocht! Met name de rol die instellingen spelen in gemiste kansen om werkelijk relevante zorg te leveren.
Zwakke positie
Alles wijst er op dat in de Wvggz de zorg niet voorop staat en dat de cliënt in een nog zwakkere positie komt. Het gaat hier om onrechtvaardigheid verkocht als echte zorg. Het is onrechtvaardig dat ggz-cliënten straks thuis als criminelen behandeld kunnen worden en de Wvggz in elke regio een andere invulling krijgt. Ik vind het onvoorstelbaar dat het ministerie er zo’n naïeve kijk op na houdt, ervan uit gaat dat de hulpverlener goed zicht heeft op de situatie thuis en altijd rekening houdt met de voorkeuren van de cliënt. En ook en dat vroegsignalering daadwerkelijk gunstig gaat uitpakken. Ik ben zeker benieuwd naar hoe het familiebeleid uitpakt. Familiebeleid kan werken als er (nog) een werkbare relatie met de familie bestaat. Al met al: de Wvggz is nog niet klaar. Die móet concreter, realistischer en veiliger voor de cliënt.
Yaira Schoester, 29, gediagnosticeerd met autisme en hoogbegaafdheid. Was opgenomen in de psychiatrie, woont zelfstandig in een appartement met ambulante zorg. Werkt als ervaringsdeskundige bij het Buurtteamorganisatie Sociaal.