Depressie als symptoom van onze tijd
29 augustus 2019 • Rozemarijn Esselink • BOEKRECENSIE
In een paar decennia is depressie opgeklommen tot nummer één op de ranglijst van ernstige stoornissen. Toch weten we er nog steeds weinig van. Bert van den Bergh, filosoof en psycholoog, probeert opheldering te vinden door depressie in een collectieve en culturele context te plaatsen. En door in te zoomen op de individuele ervaring: 'Wat is er bij deze stoornis precies verstoord? En waarom is deze stoornis zo wijdverbreid?' Rozemarijn Esselink las De schaduw van de zwarte hond. Depressie als symptoom van onze tijd, een bewerking van zijn proefschrift uit 2018.
Depressief én gelukkig
Het gegeven dat Nederland het gelukkigste maar tegelijkertijd ook het meest depressieve land ter wereld is, werpt belangrijke vragen op over onze geluksbeleving en levenssatisfactie. Mensen die niet beantwoorden aan de hedendaagse maatstaven voor geluk lijken al snel te vallen onder de definitie ’depressief’. Van den Bergh analyseert met gebruikmaking van het werk van de bij Deviantlezers welbekende wetenschapstheoretica Trudy Dehue depressie als 'pathologie van het ultraliberalisme'.
Depressiecircus
De DSM III (1980) betekende een grote ommekeer. Was voor die tijd een psychodynamische zienswijze dominant, met DSM III deed het biopsychiatrische perspectief zijn intrede. Het begrip neurose raakte in onbruik, dit was veel te vaag, vanaf nu zou het gaan over echte ziekten. De Amerikaanse overheid steunde deze tendens volop en de toenmalige president Bush riep de jaren 90 uit tot 'Decade of the Brain'. De explosieve groei van de psychofarmacologie ving aan en voorlopig zitten we met de gebakken peren.
Vooral depressie werd vanaf 1990 een favoriete diagnose, zo langzamerhand kampt één derde van de wereldbevolking ermee. De zegetocht van de biologische psychiatrie met in zijn kielzog de door geld en macht gedreven farmaceutische industrie wordt tot schijnbare realiteit door een 'suggestief psychocircus' in de media. Denk aan het Depressiegala te onzent. Oudere lezers herinneren zich nog de Prozac-propaganda van Emma Brunt, en de vlijmscherpe repliek van Ivan Wolffers. Tegenwoordig wordt meer en meer aangenomen dat de meeste mensen die als depressief gediagnosticeerd zijn niet ziek zijn, maar ongelukkig. Hoe zit dat?
Van den Bergh, retorisch: 'Is er wellicht sprake van een woekerend collectief onbehagen in de laat moderne cultuur?'
Zelfverwerkelijking
Hij volgt Trudy Dehues pleidooi voor een democratisch wetenschapsbedrijf met een rol van 'honest broker', dat is een oprechte bemiddelaar die de vooronderstellingen en consequenties van verschillend opties verheldert en zoveel mogelijk in ogenschouw neemt. Het zelfverwerkelijkingsethos is volgens haar de uiteindelijke boosdoener van de depressie-epidemie. Wij zijn niet zozeer somberder geworden, eerder is er 'een ban op bedachtzaamheid' (tegen de heersende ondernemerszin). Hierop borduurt Van den Bergh voort aan de hand van denkers als Paul Verhaeghe, Alain Ehrenberg, Hartmut Rosa en Dany-Robert Dufour. Ook feministen komen aan hun trekken met het werk van Bracha Ettinger, waarin het zowaar gaat over 'het transsubject aan gene zijde van het fallische domein'. Zij leggen verschillende accenten bij de benadering van de afnemende sociale cohesie en bij de 'fragilisering of precariteit van het subject'. Rosa heeft het bijvoorbeeld over de 'solistische subjectpositie'. Behoorlijk ingewikkelde begrippen, maar Van den Bergh legt ze zorgvuldig uit.
Ziel en lichaam
Historici zijn het erover eens dat het breuk- en keerpunt in de geschiedenis van twee millennia psychiatrie, gevormd wordt door een boek van de Duitse psychiater Griezinger uit 1863. De grondvragen naar het wezen van de ziel en haar betrekking tot het lichaam zijn sedertdien niet meer relevant voor de psychiatrie. De psychiatrie werd daarmee geestloos, een zielkunde zonder ziel. Zoals overal in dit boek staan hier prachtige citaten van oude Duitse filosofen. Neem Schelling: '... de sluier van de zwaarmoedigheid die over de ganse natuur ligt uitgespreid, de diepe onverwoestbare melancholie van alle leven'. Volgens deze filosoof heeft de mens de mogelijkheid tot zelfbepaling en 'een vermogen tot het goede en het kwade'. De filosofen bakkeleiden ook in de bloemrijkste bewoordingen over de kwestie of de ziel wel of niet ziek kan worden.
Tezelfdertijd werd dat mooie begrip melancholie in de ban gedaan. Zoals bij de Franse aliëntist Esquirol, aartsvader van de moderne psychiatrie: bij hem slaat de zwaarmoedigheid om van intellectuele naar affectieve stoornis. Resteert een ziektebegrip dat louter gefundeerd is op symptoomcomplexen, en niet op theorie en empirie.
Psychotherapie en herstel
Het werk van psychiaters als Milders & Thunnissen (Deviatheek 87, december 2015) die pleiten voor het bevrijden van het persoonlijke levensverhaal van patiënten, valt, hoe sympathiek ook, binnen het kader van normatieve zelfverwerkelijking. Hiermee belandt Van den Bergh ten slotte bij het werk van Thomas Fuchs (link Deviant Petra Jorissen) met diens vraag naar 'de verborgen lagen van de ervaring'. Centraal staat hierbij de gedachte dat we 'de stemmingsstoornis depressie moeten begrijpen als een afstemmings- of participatiestoornis'. Met als thema's (existentieel) isolement en 'de transformatie van de lijfelijkheid die zich bij een depressie voltrekt', ritme en ritmeverlies, resonantievermogen. Depressie is ook wel beschreven als een basaal adaptatiemechanisme. Wat een andere visie dan die van de in de psychiatrie dominante cognitieve therapie, waarbij de aannames van een depressieve patiënt over zichzelf en de wereld worden beschouwd als inadequaat, catastroferend en depressie-bevorderend.
Wat te doen?
In het hoofdstuk 'Inzichten en uitzichten' bespreekt Van den Bergh wat we kunnen doen. Bijvoorbeeld resynchroniseringstherapie (Fuchs) met behulp van dans- en kunsttherapie. Er zijn talloze hoopgevende ontwikkelingen in het onderwijs, de jeugdhulp, opvang van vluchtelingen en ouderen. En: het basisinkomen. Er groeit een waar 'wij' in kleinschalige collectieven en grassrootbewegingen. Ook in dit hoofdstuk wordt aan de hand van een brede keur van filosofen bespiegeld over receptiviteit en resonantie.
Het boek biedt fijn materiaal om over te denken en tot je door te laten dringen. Vanwege de toegankelijke en didactische presentatie leest het prettig (als je het niet snapt: gewoon doorlezen, dan pak je de draad vanzelf weer op). Als individu of in een Multiloog- of Mad Studies-leesgroepje kun je er wijzer van worden. En misschien wel komen tot maatschappelijke actie, om wie weet heel gewone ouderwetse ggz-preventie op te baseren. Klimaatdepressie (climate anxiety) komt in dit boek niet voor.
De schaduw van de zwarte hond. Depressie als symptoom van onze tijd
Bert van den Bergh
Uitgeverij Boom, 328 pag., €24,50