Vereniging tegen de Kwakzalverij trekt fel van leer 

12 mei 2019 • Timo van Kempen • REPORTAGE

2309BINalterbatiefDe Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) schreef afgelopen januari een brief aan de Raad van Bestuur van het UMCU. Hoogleraar psychiatrie Jim van Os, epidemioloog en Hoofd Divisie Hersenen van het UMC Utrecht, zou zich inlaten met ‘perfide kwakzalverij’. De vereniging deed een dringend verzoek Van Os op deze ‘misstap’ aan te spreken. In reactie daarop daagde Van Os emeritus hoogleraar en bestuurslid Michiel Hengeveld van bovengenoemde vereniging uit tot een openbaar debat. Hengeveld ging hier niet op in. Deviant vroeg andere initiatieven op het terrein van de aanvullende geneeskunde naar hún ervaringen met de anti-kwakzalvers. 

Kwakzalverij?
De misstap die Van Os in de ogen van bovengenoemde vereniging begaat, is dat hij zitting heeft in de Raad van Advies van de Academie for Integrative Medicine (AIM). De AIM wil een instituut oprichten voor opleiding, nascholing en onderzoek op het gebied van Integrale Geneeskunde, waar artsen en hulpverleners reguliere en (nog) niet-reguliere geneeskundige interventies willen combineren. Uit onderzoek blijkt dat de helft van de chronisch zieken in Nederland hiervan gebruikt maakt en er baat bij heeft. Zo zijn de zorgkosten van patiënten die reguliere geneeskunde combineren met bijvoorbeeld acupunctuur, homeopathie of antroposofie 12,4% lager dan gemiddeld.

De Integrale Geneeskunde, waar - net als in de reguliere geneeskunde - niet alle behandelingen evidence-based zijn, is de Vereniging tegen de Kwakzalverij[2] een doorn in het oog. Zij definieert kwakzalverij als: ‘elk beroepsmatig handelen dat niet gefundeerd is op toetsbare en logische dan wel empirisch-houdbare hypothesen en theorieën.’

Jim van Os OBS.DSCF2146 kopieVan Os stelt, gevraagd naar zijn ideeen inzake de uitgangspunten van de vereniging, dat hij in beginsel waardering voor de vereniging heeft. ‘Kwakzalvers verdienen ten onrechte aan leed van anderen. Het is goed om dat te signaleren en aan de kaak te stellen. De Vereniging tegen de Kwakzalverij is doorgeschoten. Zij benaderden achter mijn rug om mijn werkgever en brengen mij in diskrediet. Dat doen zij ook met anderen. Ik ben in 2015 door de vereniging benaderd om niet op het 6e congres Integrale Psychiatrie te spreken omdat Rogier Hoenders van het Centrum voor Integrale Psychiatrie[3] dat georganiseerd had. Ook hem zien ze als kwakzalver, maar hij doet met zijn collega’s belangrijk werk en onderzoek. Als lid van de Raad van Advies van de AIM is mijn rol toezicht te houden op de integriteit en de wetenschappelijkheid waarmee de Integrale Geneeskunde in de ggz wordt toegepast. Daar is geen sprake van kwakzalverij.’

Publiek debat
de echte kwakzalverNadat Van Os de brief van de vereniging aan zijn werkgever onder ogen kreeg, maakte hij die openbaar via Linkedin en Twitter en daagde hij bestuurslid Hengeveld uit om in De Balie in Amsterdam met elkaar in debat te gaan. Hengeveld, die behalve zijn betrokkenheid bij de Vereniging tegen de Kwakzalverij de supervisie had over de Nederlandse vertaling van de DSM-5, meende dat het zowel voor de beroepsgroep als voor de psychiatrie schadelijk zou zijn als de hoogleraren het in een debat niet met elkaar eens zouden worden.

Waarover wilde Van Os in debat? Van Os: ‘Het wordt steeds duidelijker dat de professionele kennis in de ggz zich volledig richt op meetbare gezondheidsuitkomsten. De evidence-based practice heeft zich massaal gericht op de meetbare uitkomsten van symptoomreductie. Parallel is er echter veel ervaringskennis ontstaan waarin vooral ook aandacht is voor interventies in de existentiële dimensie. De resultaten daarvan zijn moeilijk in maat en getal uit te drukken want mensen zijn méér dan meetbare gezondheidsuitkomsten. Dat is precies het spanningsveld tussen professionele kennis en ervaringskennis.

Reguliere geneeskunde laat zich prima combineren met niet-reguliere interventies zoals hardlopen, voedingsadviezen en mindfulness. Daarmee begeef je je in het existentiële domein en het domein van de support, het samen dingen doen. Veel cliënten hebben daar baat bij. Mensen pakken het massaal op en er wordt goed onderzoek naar gedaan. De AIM en de Integrale Psychiatrie beseffen dat je de mens tekortdoet als je hier geen rekening mee houdt. Je kunt dit niet zomaar wegzetten als kwakzalverij’.

Zingeving en existentie
De afgelopen jaren is er een toenemende belangstelling in de ggz voor visies en een zorgaanbod buiten de oevers van de gevestigde wetenschap, inclusief de door de DSM gestelde kaders. Elementen uit zingeving en het existentiële domein krijgen een steeds prominentere rol in visies en behandelingen. Het aanbod van complementaire behandelwijzen in de ggz is hier een voorbeeld van. Over het belang hiervan publiceerde ZonMw[i] al in 2016 een signalement.

Een symposium hierover in de Janskerk in Utrecht trok vorig jaar een volle zaal en krijgt op 5 juni dit jaar een vervolg. Dan wordt ingegaan op de macht en onmacht van professionals om met zorgvragen op levensgebieden als zingeving en lijden om te gaan, en nieuwe inzichten te vertalen naar passend professioneel handelen.

RogierHoenders kopieRogier Hoenders, werkzaam in het Centrum voor Integrale Psychiatrie in Groningen, weegt zijn woorden als ik hem benader. Het Centrum hanteert een zorgvuldig mediabeleid ten aanzien van de anti-kwakzalvers. Hoenders spreekt van een controversieel veld met hevige emoties.

Hoenders:’In essentie gaat het om een botsing van paradigma's, over aannames en overtuigingen hoe de wereld en wij zelf in elkaar (kunnen) zitten. Als we geconfronteerd worden met iets dat niet in ons paradigma past ontstaat een crisis. Dat kan gepaard gaan met hevige emoties omdat het de fundamenten onder ons bestaan doet wankelen. De een reageert daarop met nieuwsgierigheid, de ander met aversie; de een wil het nader onderzoeken, de ander wil het bestrijden.’

Complementaire behandelwijzen worden vaak te vuur en te zwaard bestreden door de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Ook Hoenders vindt dat de vereniging goed werk doet, er komen nu eenmaal extreme situaties voor waarin mensen benadeeld worden.

Miljoen Nederlanders
Hoenders: ‘Jaarlijks bezoeken echter ruim een miljoen Nederlanders complementair therapeuten. Blijkbaar vervullen zij een behoefte. Het is belangrijk dat we daar onderzoek naar doen en iedereen van betrouwbare informatie voorzien. Dat is ook het advies van ZonMw en de Wereldgezondheidsorganisatie. De anti-kwakzalvers menen echter dat niet-reguliere behandelingen berusten op ‘belachelijke principes die niet waar kunnen zijn’ en daarom niet onderzocht maar bestreden moeten worden. Het cruciale punt is de vraag: wie bepaalt wat belachelijk is? Dat is een subjectief oordeel. Wij menen dat de maatstaf niet emotioneel gekleurd, subjectief of dogmatisch moet zijn, maar objectief wetenschappelijk op basis van empirisch onderzoek. Samen met dialoog en debat tussen professionals heeft dit in het verleden voor veel doorbraken in de wetenschap gezorgd.’ Hoenders pleit voor een kritische maar open mind tegenover alle niet-reguliere behandelingen en daar wetenschappelijk onderzoek naar doen.

De manier waarop 
Hoenders: ‘Het is niet het onderwerp, maar de manier waarop je te werk gaat die het verschil maakt tussen wetenschap en kwakzalverij. We zijn daarom heel blij dat een aantal grote ziekenhuizen recent in het CIZG[4] een samenwerkingsverband is aangegaan in de integrale geneeskunde. Ook om deze reden lijkt de werkwijze van de Vereniging tegen de Kwakzalverij ons niet de juiste. Helaas merken we dat de zij in hun enthousiasme vermeende kwakzalvers te bestrijden, soms doorschieten en ook erg op de man spelen: naming and shaming.’

Op de website van de VtdK wordt Hoenders inderdaad  in stevige bewoordingen in een negatief daglicht gesteld.Hoenders zegt hierover: ‘Ons voorstel is om middels dialoog, discussie en debat nieuwe oplossingen en antwoorden te zoeken en patiënten te helpen in hun zoektocht naar verlichting van hun lijden. In 2014, toen ik mijn proefschrift over Integrale Psychiatrie verdedigde, heb ik de Vereniging tegen de Kwakzalverij ook uitgenodigd voor debat. Ook toen liet ze het afweten.’

Vriendelijk en beleefd
Na contact met de persvoorlichter is bestuurslid Hengeveld van de Vereniging tegen de Kwakzalverij snel bereid tot een uitgebreide reactie op zijn visie, zijn standpunten en de gang van zaken.

Gevraagd naar waarom de correspondentie van de vereniging zo fors en stellig van toon is, én wat de reden is dat hij het publiek debat met Van Os uit de weg ging laat hij weten dat Van Os al tot uitwisseling van standpunten had kunnen komen als hij had gereageerd op de eerste brief die de vereniging in december 2018 aan hem persoonlijk richtte. Dat Van Os in januari van dit jaar in reactie op de brief gericht aan zijn werkgever wél via de sociale media reageerde, viel niet in goede aarde. Hengeveld stelt dat de vereniging belasterd is door de actie van Van Os. Wat betreft de toon en uitingen van de vereniging jegens Hoenders blijft de vereniging achter haar aanpak staan. Pogingen van Hoenders om met de vereniging in contact te komen zijn hem niet bekend. Hengeveld sluit af met de mededeling dat de vereniging op de eigen website zal reageren als dit artikel online staat.  

Roepen vanaf de zijlijn
Hengevelds reactie geeft aanleiding Van Os te vragen waarom hij niet reageerde op de eerste brief van de Vereniging tegen de Kwakzalverij.

Van Os: ‘Mijn overweging niet terug te schrijven was dat de brief een soort sommatie was per direct op te houden met mijn, in hun ogen schandelijke, lidmaatschap van de adviesraad van de AIM. Ze verwarden zichzelf blijkbaar met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Deze brief beantwoorden zou dit grootheidsidee alleen maar versterkt hebben. Ik heb beters te doen dan brieven schrijven aan zelfbenoemde judge, jury en executioners’.

Nadat van Os de brief aan de Raad van Bestuur van het UMCU openbaar maakte, kwam op LinkedIn een discussie op gang met bijna 200 reacties en steunbetuigingen. Hoe kijkt Van Os daar tegenaan?

keep calm drink heet warm waterVan Os: ‘De discussie bleef beschaafd, het was goed om dit met z’n allen te doen. Helaas sprak de Vereniging zelf niet mee. Zij zijn doorgeslagen in de verkeerde richting. Dat is echt heel jammer. Als ze je stalken via je werkgevers en derden en je zwart proberen te maken, kun je dat langs je heen laten gaan. Ik vond het belangrijk om hun manier van werken publiek te maken, zodat ook anderen daar hun oordeel over kunnen vormen. Ik denk dat de Vereniging tegen de Kwakzalverij in plaats van te roepen vanaf de zijlijn het gesprek moet aangaan. Dat is ook de grote meerwaarde van een debat zoals ik dat in januari voerde in De Balie met Damiaan Denys.’[iii]Dat bood de gelegenheid samen met een breed publiek en een onafhankelijke gespreksleider de argumenten op tafel te leggen. Je bedrijft dialectiek door de standpunten naast elkaar te leggen en samen te onderzoeken waar de waarheid ligt. Dat is waarheidsvinding door het bespreken van extreme standpunten. Denys en ik hebben eigenlijk hetzelfde standpunt zo bleek, maar we hebben daar een andere taal voor. Dit hoopte ik ook te ontdekken met de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Dat je er door publiek debat achter komt dat je misschien veel dichter bij elkaar staat dan je denkt. Als ook hier integratie plaatsvindt zijn we een belangrijke stap verder.’

[1] https://www.cizg.nl/

 

[1] https://www.aim-edu.nl/

[1] https://www.kwakzalverij.nl/

[1] https://www.lentis.nl/locaties/centrum-integrale-psychiatrie/