Kunst op onvermoede plaatsen
29 maart 2019 • Petra Jorissen • TENTOONSTELLING OUTSIDER ART
‘TRUE ART ALWAYS CROPS UP WHEREVER YOU DON'T EXPECT IT’
Deze uitspraak van Jean Dubuffet, Franse beeldend kunstenaar (1901-1985), tevens verzamelaar van 'Art brut' schilderijen, hangt mooi uitgelicht aan het begin van de tentoonstelling Art Brut – Jean Dubuffets revolutie in de kunst.
Puur en onbedorven
Zeventig jaar geleden, in 1949, was deze tentoonstelling voor het eertst te zien in de - destijds toonaangevend - Galerie René Drouin, in Parijs. Dubuffet, goede vriend van Drouin, distantieerde zich van de vaak verheven en perfectionistische benadering van illustere beroepskunstenaars. Hij interesseerde zich vooral voor kunst van gewone mensen, 'niet kunstenaars' zoals kinderen, gevangenen en verstandelijk gehandicapten. Juist de banale, ogenschijnlijk waardeloze dingen uit het alledaagse leven hadden zijn aandacht. Het pure, onbedorven en ongeschoolde sprak hem daarin aan.
Vanaf 1945 verzamelde Dubuffet wat hij noemde ‘Art Brut’. Hij was bovenal geïnteresseerd in werk van de hand van mensen in psychiatrische instellingen. Belangrijke inspiratiebron was de Duitse psychiater Hans Prinzhorn. Prinzhorn, naast psychiater ook kunsthistoricus en filosoof, had destijds al een collectie van een paar duizend werken van psychiatrische patienten opgebouwd, de Prinzhorn collectie. Samen muntten ze de term Art Brut. Was Prinzhorn vooral als wetenschapper geïnteresseerd in werk op het grensvlak tussen geestesziekten en beeldende kunst, Dubuffet keek als kunstenaar en verzamelaar naar deze heel onconventionele collectie en beschouwde die als een soort voorloper van zijn eigen, latere, ‘Collection l‘Art Brut’.
Stevige penseelvoering in wol
Ik bekeek de tentoonstelling en het trof me hoe verrassend de - vaak met veel aandacht en preciezie gemaakte werken en werkjes - perfect aansluiten bij de Dubuffets uitspraak aan het begin van de tentoonstelling. Pas als je aandachtig kijkt zie je hoe ingenieus veel van het werk in elkaar zit. Zoals de minuscule geborduurde schilderijtjes op karton (nee, niet die truttige dameszakdoekjes in kruissteekjes!) die Juliette Elisa Bataille - na een carrière als tramconducteur en een huwelijk vol geweld - maakte tijdens een langdurig verblijf in een Franse psychiatrische instelling. Ze borduurde gebouwen, ramen en luchten in heldere kleuren met een lineaire, dynamische structuur. Allemaal met dikke wol, zijde en katoengaren en wel zó dat je associaties krijgt met wat in schilders kringen een ‘stevige penseelvoering’ heet.
Of neem de, qua maatvoering, veel grotere werken van de bekende Zwitser Adolf Wölfli. Wölfli, werd opgepakt en gevangengezet na een aanranding. Daarna verbleef hij langdurig in een psychiatrische instelling, de plek waar hij zich begon te ontwikkelen als beeldend kunstenaar. Hij maakte er hij niet alleen een uitgebreide imaginaire autobiografie, maar ook grafische composities, collages en muziekstukken. In deze tentoonstelling zijn een paar werken te zien waarbij hij alleen gebruik maakte van kleurpotlood op papier.
Beelden van botten
Het zijn niet alleen schilderijen die deze tentoonstelling biedt, vergeet ook de sculpturen niet. Bijvoorbeeld die van Auguste Forestier. Hij sneed onderdelen uit botten en hout en maakte daar de wonderlijkste figuren van.
Niet al het werk uit de tentoonstelling van 1949 is bewaard gebleven. Samen zijn het er wel zo’n honderdvijftig. Uiteindelijk heeft Dubuffet zijn collectie geschonken aan de Zwitserse stad Lausanne. Daar is de oorspronkelijke schenking uitgegroeid tot de enorme Collectie voor Outsider Art. Te bekijken in het 18e-eeuwse Chateau de Beaulieux. Maar eerst op naar het Outsider Art Museum (gevestigd in de Hermitage Amsterdam). Kijk goed en neem vooral de tijd!
De tentoonstelling is te zien tot 25 augustus 2019.
Ill. van boven naar beneden:
1. Foto Petra Jorissen
2. Adolf Wölfi, kleurpotlood op papier
3. Julietta Elisa Bataille, Wol- en katoengaren op karton
4. Auguste Forestier, Sculptuur hout, bot e.a. materiaal