Waarom mensen zelfmoord plegen

16 maart 2019 • Rozemarijn Esselink • BOEKRECENSIE

Jesse Bering heeft een goed leven: gezond van lijf en leden, fraaie wetenschappelijke carrière en een lieve man en dito huisdieren. Toch kampt hij regelmatig met suïcidale gevoelens. Om meer te begrijpen van zelfmoordneigingen, vooral die van hemzelf, schreef hij Een zelfgekozen einde – Waarom mensen zelfmoord plegen. Zijn doel: 'Ik hoop dat de kennis van de zichzelf vernietigende geest ons zal helpen om op momenten dat alles uitzichtloos lijkt, die krachtige doodswens de kop in te drukken.'

Plegen dieren zelfmoord?
Bering begint met een verkenning van suïcidaliteit bij dieren, en komt tot de conclusie dat die niet bestaat. Vervolgens zoekt hij naar verklaringen van zelfmoord vanuit evolutionair perspectief. 'Is zelfmoord feitelijk geëvolueerd als een adaptief mechanisme van zelfvernietiging? (...) Sommige wetenschappers beweren van wel. Suïcidologen zijn het daar niet mee eens en menen dat suïcidale gedachten altijd wijzen op een defectieve en zieke geest.'

Bering vindt niet dat suïcidaliteit wijst op ziekte, 'behalve wanneer er sprake is van zware psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie en bipolaire stoornis.' Daarover wil hij het in dit boek niet hebben. Berings boek is aangeprezen als 'niet-medicaliserend' maar het strikte onderscheid dat hij meent te kunnen maken tussen wel- of niet-pathologische suïcidaliteit, wijst daar niet echt op. Bering beperkt zijn onderzoek nadrukkelijk tot 'gewone mensen die suïcidale gedachten koesteren'. Jaja.

Evolutionaire redenen 
De evolutionaire theorie over zelfmoord komt erop neer dat 'we het meest waarschijnlijk zullen overlijden door zelfmoord als onze directe reproductievetunnel vooruitzichten – kinderen krijgen – er weinig bemoedigend uitzien, en ons voortbestaan tegelijkertijd bedreigend is voor ons genetische succes omdat het de voortplanting van onze nauwste genetische verwanten hindert of zelfs onmogelijk maakt.' Als voorbeeld noemt hij de zogenoemde altruïstische zelfmoord zoals die een kleine eeuw geleden door cultureel antropologen is beschreven. Een ander voorbeeld is de 'social bargaining hypothese' die luidt dat zelfmoordpogingen de functie hebben van pressiemiddel of chantage; deze zelfmoorden of pogingen zijn volgens hem ‘een adaptieve response'. Zozo.

Voortplantingsvooruitzichten
Het oplepelen van allerhande onderzoeksresultaten gaat gepaard met vette duidingen over 'mensen met slechte voortplantingsvooruitzichten die middelen verbruiken zonder zelf iets bij te dragen aan hun gezin of familie'.

Nog zo eentje: 'Van vrouwen is bekend dat het hebben van kinderen een beschermende buffer vormt tegen zelfmoord'. Dat treft me: jammer dat het bij veel moeders zo niet werkt. Naar gegevens over vaderschap en suïcidaliteit zocht ik vergeefs bij Bering.

Genetica
Uiteindelijk worden de evolutietheoretici en de suïcidologen overruled door een publicatie uit 2015 waaruit blijkt 'dat zelfmoord genetisch bepaald is (...), er bestaat een specifieke aanleg voor suïcidaliteit, zelfs als je variabelen als depressie, bipolaire stoornis en alcoholisme onder controle houdt.'

Het gaat volgens Bering dus om een gevoeligheid die erfelijk is. In combinatie met allerlei risicofactoren hebben mensen met die aanleg een lagere drempel om suïcidaal te worden dan anderen.

De verspreiding van kennis over effectieve zelfmoordmethoden, zoals die met barbecuekooltjes in een dichtgeplakte ruimte, ontlokt aan Bering de conclusie dat 'sociale leerprocessen enorm veel invloed hebben op alle aspecten van zelfmoord'. Als u altijd al wilde weten waarom er in Hongkong geen barbecuehoutskool te verkrijgen is, dan weet u dat nu.

Stadia van suïcidaliteit
113zelfmoordpreventie
Het hoofdstuk 'De suïcidale geest hacken' gaat over de periode dat Bering uit de kast kwam als homo, in Ohio in 1992. 'Als ik makkelijker aan drugs of alcohol had kunnen komen had ik me graag overgegeven aan dat soort zelfmedicatie om de venijnige angst te temperen dat ik binnenkort aan de schandpaal genageld zou worden.' In die tijd vol schaamte en angst ontwaakte zijn suïcidale geest. Hij herkent zich in Roy Baumeister die stadia van suïcidaliteit beschreef. Het eerste stadium, aangeduid als 'tekortschieten', begint met een nachtmerrieachtige martelende misere. Daarna volgen zelfsabotage, verhoogd zelfbewustzijn, negatief affect, cognitieve deconstructie en ten slotte is zelfmoord nauwelijks meer tegen te houden in het stadium van ontremming.

Bering beschouwt dit fasenverhaal als zijn meest interessante vinding. Hij beveelt mensen die wel eens kampen met zelfmoordneigingen aan om dit model te bestuderen opdat zij 'het pad naar zelfmoord in ieder stadium kunnen verlaten (...) Als je je op andere manieren aan die emotionele beproevingen weet te ontworstelen, ga je niet over tot zelfmoord.'

Het boek lijkt te cirkelen om de aanname dat suïcidaliteit ontstaat bij mensen met wie het goed gaat, maar die suïcidaal worden nadat ze een al dan niet zelf veroorzaakte tegenslag te verduren krijgen. Zoals Bering zelf, die ontslag nam en daarna een tijd weinig inkomen had. Hij bespreekt een casus en een Netflix-film waarin iets dergelijks aan de hand is. Overigens zijn in alle drie de casussen de personages bi- of homoseksueel, maar dat gegeven benoemt Bering (gelukkig) niet als risicofactor.

Papageno- en Werther effect
Bering bespreekt het mediabeleid over suïcidaliteit, waarbij terughoudendheid zinnig is vanwege het Werther-effect (imitatie). Zelfmoordsites zijn volgens hem allemaal uitermate schadelijk, en zelfbeschikking vindt hij in alle gevallen een drogreden. Er is veel bekend over 'cyberzelfmoordpacten' en suïcide livestreamen, met name in Zuid-Korea en het Verenigd Koninkrijk. Bering stelt dat het internet een enorme rol speelt bij suïcide, vanwege het hiervoor genoemde Werther-effect. Maar internet is ook belangrijk bij de preventie van suïcide, zoals het Papageno-effect.

Al met al een boek in een leutige prikkeldraadstijl vol weetjes en uitglijders over suïcide, autisme, religie en over een Facebook-experiment met kunstmatige intelligentie om suïcidaliteit te identificeren (resultaten zijn nog niet bekend). Mij heeft het niet wijzer gemaakt, en niet geholpen om meer te gaan begrijpen van suïcidaliteit. Dit boek lijkt mij vooral een bijdrage aan de ontbossing.

Jesse Bering, Een zelfgekozen einde, Waarom mensen zelfmoord plegen. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 304 pag., € 24,99.