Woorden van kracht en machteloosheid

27 augustus 2018 • Michi Almer •  BOEKRECENSIE

cover KunnemanOp het afscheidssymposium van filosoof Harry Kunneman, november 2017, werden twee boeken van zijn hand gepresenteerd, Amor complexitatis en Werken aan trage vragen: de woorden van Harry Kunneman. Over Werken aan trage vragen gaat deze recensie. Het is een goede inleiding voor wie nieuwsgierig is naar het werk van deze filosoof. In de loop van zijn carrière veranderde hij regelmatig van koers, maar Kunneman bleef trouw aan het idee dat filosofie de wereld moet helpen veranderen.

De hoop van Marx
Werken aan trage vragen telt minder dan 200 pagina’s en heeft de vorm van één lang interview waarin Kunneman, aangemoedigd door auteur Denise Robbesom, vertelt over de ontwikkeling van zijn denken. Het biedt, naast een introductie tot zijn ideeënwereld van deze filosoof ook een tijdsbeeld van een generatie kritische intellectuelen die nu met pensioen gaat.

Kunneman ging in 1968 in Amsterdam studeren en werd zoals veel van zijn generatiegenoten gegrepen door het marxisme. Vooral de sociale bewogenheid en het perspectief op een rechtvaardiger samenleving spraken hem aan in de geschriften van Marx. Uitbuiting en onrecht zouden overbodig worden omdat in de dynamiek van het kapitalisme (denk aan technologische ontwikkeling) de productiviteit van onze arbeid zo groot zou worden dat iedereen een menswaardig bestaan kan leiden.

Dat hoopte Marx. Intussen heeft het kapitalisme crisis na crisis overleefd. We zijn productiever dan ooit, maar de rechtvaardige samenleving is een vrijwel onzichtbare stip aan de horizon. Veel vragen die het werk van Marx opriep kregen naar Kunnemans smaak te weinig aandacht in de activistische en behoorlijk dogmatische studentenbeweging van die jaren.

Heraut van Habermas
Kunneman verdiepte zich in de geschriften van de Frankfurter Schule, met name in het werk van Jürgen Habermas. Diens theorie van het communicatieve handelen wil de idealen van Marx dichterbij brengen door te onderzoeken hoe wij tot overeenstemming kunnen komen over wenselijke politiek keuzes. Als mensen hebben we ieder ons eigen beeld van Nihilism.Philosophy.DominikaPartygade wereld, maar we kunnen elkaar dankzij de taal verstaan. Onze visies en ideeën uitwisselen, van elkaar leren en zo tot overeenstemming komen. Langs die weg zouden we samen op grond van deugdelijke argumenten kunnen bepalen hoe we arbeid, productie en technologie zó kunnen inrichten dat onrecht en uitbuiting verdwijnen. Voorwaarde is wel dat we volstrekt open kunnen zijn als we daarover spreken. Dat betekent dat machtsverschillen geen rol mogen spelen. Alleen de kracht van ieders argumenten telt.

Kunneman was gegrepen door dit perspectief en ontwikkelde zich naar eigen zeggen tot ‘heraut van Habermas’ in het Nederlandse taalgebied. Dat zo’n vrije uitwisseling van ideeën waarin mensen samen de koers van de samenleving bepalen, zonder gehinderd te worden door machtsverschillen, minstens zo’n wijkende stip aan de horizon is als de rechtvaardige samenleving van Marx, lijkt Kunneman niet te storen.

Vrij van macht – en machteloos?
Het inzicht van Habermas dat machtsverschillen buiten de deur gehouden moeten worden, wil een vruchtbare uitwisseling van gedachten en ervaringen mogelijk zijn, zien we vandaag terug in de herstelbeweging, in multilooggesprekken en in Open Dialogue. Alleen als ieders visie en verhaal als waarachtig en gelijkwaardig gerespecteerd wordt, kunnen ze samen tot gedeelde ervaringskennis worden. Helaas blijkt het steeds weer moeilijk, zo niet onmogelijk, om deze kennis vervolgens te gebruiken om de hulpverlening binnen de ggz te verbeteren. Belangen van instellingen, zorgverzekeraars, beroepsverenigingen en de farmaceutische industrie lijken soms een bolwerk, dat immuun is voor input van hun zogenaamde klanten of cliënten. Ideeën over hoe het anders kan druppelen slecht moeizaam door. Voor zover ze al tot vernieuwing leiden is die vaak in de vorm van bezuinigingen.

Vragen vragen vragenOok nieuwe sociale bewegingen lijken schatplichtig aan Habermas: samen zoeken naar overeenstemming, zonder dat één iemand meer recht van spreken heeft dan een ander. Denk aan Occupy of de Maagdenhuisbezetting van 2015: besluiten werden genomen tijdens algemene vergaderingen waar alle aanwezigen tot een consensus moesten komen. Maar ook zij missen de macht om op basis van die gedeelde inzichten maatschappelijke verandering te bewerkstelligen.

Kolonisering van de leefwereld
Ook daarvoor kunnen we bij Habermas een verklaring vinden. Hij maakt onderscheid tussen enerzijds de leefwereld die niet alleen de ‘privésfeer’ omvat, maar juist ook een publieke sfeer waar in vrijheid argumenten kunnen worden uitgewisseld, en anderzijds de systeemwereld van bureaucratie en ‘vrije markt’. De systeemwereld wordt volgens Habermas bestuurd door regels, macht en geld. Die kan daardoor soms efficiënt zijn, maar zou in toom gehouden moeten worden door overleg en consensus in de leefwereld. Helaas ziet Habermas al in 1981 het tegenovergestelde gebeuren: de systeemwereld raakt losgezongen en begint de leefwereld te koloniseren. Dat is sindsdien alleen maar toegenomen. Terreinen die in de vroege jaren tachtig nog duidelijk bij de – publieke – leefwereld hoorden, zoals onderwijs en zorg, zijn intussen deel van de wereld van de systemen; gedomineerd door regels en markt. Terwijl marxisten destijds werd verweten dat zij alles probeerden te herleiden tot economische belangen, is tegenwoordig de wil van de ‘financiële markten’ heilig. Elk idee wordt beoordeeld aan de hand van het ‘prijskaartje’. De neoliberale samenleving heeft Marx’ economisch determinisme tot dagelijkse realiteit gemaakt – uiteraard zonder zijn hoopgevende perspectief dat ‘eerlijk delen’ nodig en mogelijk is.

Geen ontsnappen aan?
tekst goeie vraag in spraakballonDe macht laat zich dus minder gemakkelijk buiten de deur houden dan Habermas wenste. Kunneman vindt in Michel Foucault een denker die laat zien hoe macht ook en juist via claims van kennis en waarheid en ogenschijnlijk redelijke argumenten disciplineert, reglementeert en uitsluit. In zijn proefschrift probeert hij Habermas en Foucault te verbinden: geen voor de hand liggende combinatie, omdat Foucault het vertrouwen in de rede dat Habermas koestert onderuit haalt.

Dankzij postmoderne en feministische denkers stuit Kunneman op nog een ander probleem bij Habermas. Vanwege zijn nadruk op communicatie en daarmee op taal blijft dat wat niet of moeilijk gezegd kan worden buiten beeld. Maar: wie zwijgt, stemt lang niet altijd toe. Soms voelen mensen dat er iets niet klopt, maar hebben ze er geen woorden voor.

Dit boek nodigt uit om met Kunneman te denken over wat hij ‘trage vragen’ noemt: vragen rondom zingeving, macht en over de wereld. Je raakt als het ware zelf in gesprek met Kunneman. De vragen van Denise Robbesom hadden wat inhoudelijker en hier en daar ook kritischer mogen zijn, maar verder: van harte aanbevolen!

Denise Robbesom, Werken aan trage vragen: de woorden van Harry Kunneman. ISVW uitgevers, 2017.