Lou Salomé: denkster in een mannenwereld
6 april 2017 • Dora Timmers en Sanne van Driel • TONEELSTUK
Lou von Salomé was denker, schrijver en psychoanalytica. Maar ze werd vooral bekend door haar vriendschap met Friedrich Nietzsche, als geliefde van Rainer Maria Rilke en als student van Sigmund Freud. In de theatervoorstelling Een winterplan van OT Rotterdam staat zij centraal, in relatie tot haar vrienden Paul Rée en Nietzsche. Een winterplan toont dat denken relationeel is, en dat in die relatie een ‘nee’ tegen bestaande patronen noodzakelijk is om ruimte te maken voor ‘de vrouwelijke mens’. Lezers van Deviant krijgen korting op de laatste voorstellingen in Rotterdam (zie onderaan het artikel).
Afgewezen huwelijksaanzoeken
In 1882 maken Lou Salomé en de filosofen Paul Rée en Friedrich Nietzsche plannen om met elkaar samen te leven. Het winterplan van een ‘academische commune’ gaat nooit door, maar de drie trekken wel een aantal maanden met elkaar op. Beide mannen doen Salomé een huwelijksaanzoek, aan beide mannen is het antwoord nee.
Rée en Salomé leven daarna nog wel vijf jaar als vrienden samen in Berlijn, maar Nietzsche trekt zich uit de vriendschap terug. Hij keert zich tegen het heldere, positivistische denken van Rée – dat hij eerder had geprezen als réealisme – en nam ook afstand van Salomé. In haar boek over Nietzsche duidt Salomé dit als de strijd in Nietzsches leven tussen het analytische, rationele, ordenende apollinische principe en het dionysische principe van de roes, de illusie en de metafysica. Nietzsche gaat na zijn breuk met Rée en Salomé ten onder in het laatste en verliest zichzelf in de waanzin.
Door Nietzsche geënsceneerde studiofoto uit 1882, waarin de beide afgewezen mannen (links Rée, rechts Nietzsche) staan afgebeeld als trekkers van een kar terwijl Lou Salomé een zweepje in de aanslag heeft.
Geen discipel van
Aanvankelijk hadden Salomé en Nietzsche elkaar juist gevonden in het denken. Nietzsche noemde Salomé de enige waardige opvolger van zijn filosofie. Meer nog dan haar als vrouw te willen bezitten wilde hij haar als een leerling. Maar hoe goed ze zijn denken ook begreep, Salomé wilde haar eigen denken ontwikkelen en was niet van plan iemands discipel te worden. Haar bezwaren tegen het huwelijk deelde Nietzsche in principe. Hij beschouwde het ‘verlangen een vrouw te bezitten’ als een zwakte van de man. Zijn excuus om toch met Salomé te willen trouwen was haar het ‘geklets van de mensen te willen besparen’. Dat geklets kwam vooral van zijn bemoeizuchtige moeder en zijn proto-fascistische zus Elisabeth. Nietzsche liet zich door hen de les lezen, wellicht omdat hij regelmatig geteisterd werd door hevige hoofdpijnen en dan zijn moeder en zus nodig had.
Gelijkheidsstreven als masculiene domheid
In haar proefschrift Nomadisch narcisme, dat gaat over leven en werk van Lou Salomé, Ingeborg Bachmann en Belle van Zuylen, schrijft filosoof Joke Hermsen dat Nietzsche en Salomé veel hebben gepraat over ‘sekseverschil’. Zij vonden beiden dat feministen uit hun tijd te veel probeerden ‘gelijk te worden aan de man’. Als vrouwen zich masculiene eigenschappen aanmeten, zouden volgens hen de bestaande patronen alleen maar worden bevestigd, schrijft Hermsen, terwijl die patronen juist omgevormd moesten worden.
Nietzsche zou het feministische verlangen naar gelijke rechten en plichten hebben getypeerd als een ‘masculiene domheid’ die leidt tot Entweibung en de doodklap betekent voor een aan mannelijkheid ziek geworden Europa. Overigens wordt Nietzsche door Salomé vaak getypeerd als ‘vrouwelijk’ in zijn denken en Nietzsche zag zichzelf ook als ‘vrouwelijk genie’.
In plaats van zich gelijk te willen stellen aan de man, zouden vrouwen volgens Nietzsche en Salomé veeleer hun eigen kracht en productiviteit moeten ontdekken. Later werkte Salomé deze ideeën verder uit in het essay Der Mensch als Weib (1899). Ze wilde afrekenen met het toen populaire idee van het Ewig Weibliche waarin de vrouw vooral werd voorgesteld als muze. Een benaming die haar ironischerwijs ook vaak is toebedeeld. Ze verzette zich tegen die term vanwege de passiviteit van de muze. Het ging er voor haar juist om de vrouw een eigen gevoelsleven en een eigen scheppingskracht toe te kennen.
Salomé met haar geliefde, de Duitse dichter Rainer Maria Rilke. Een muze wilde ze echter nooit genoemd worden.
Psychoanalyse als vrouwelijke praktijk
Hoewel ze pas veel later, op haar vijftigste, in de leer ging bij Freud kunnen haar ideeën die in de voorstelling centraal staan gezien worden als een soort psychoanalytisch ‘voorwerk’. Later begon ze als een van de eerste vrouwen een psychoanalytische praktijk. Misschien is dat wel bij uitstek de plek waar analytisch en ‘muzisch’ vermogen bij elkaar komen: het aangaan van een relatie met de ander om die te helpen gedachten en gevoelens te verwoorden. In een biografie schrijft Julia Vickers: ‘It was as if she loved with her brain and analyzed with her heart.’ Zo was zij als geen ander in staat om het dionysische (gevoel, intuïtie) vorm te geven door middel van een apollinische (redelijke, structurerende) kracht. Misschien was dat ook de reden waarom velen bij haar in de buurt wilden zijn.
Met Salomé kunnen we dit wellicht een vrouwelijke praktijk noemen. Een die niet de nadruk legt op het belang van het mannelijk geslacht als structurerend principe (de Fallus), maar de aandacht verschuift naar de pre-oedipale fase waarin zelf en wereld verbonden zijn, de mens veranderlijk en het geslacht niet bepalend is. Salomés versie van Freuds beroemde theorie van het oedipuscomplex is hierin noemenswaardig. Volgens Freud speelt castratieangst een cruciale rol in de man-wording van jongens: zij laten de liefde voor hun moeder los uit angst voor de straf van de vader, en richten zich erop net als hij man te worden in de maatschappij. Volgens Salomé is er bij jongetjes geen sprake van castratieangst, maar van penisangst: de ‘dwingelandij van een vreemd element’, want opeens moet een jongen meedoen – een beperkte identiteit aannemen – terwijl hij daarvóór nog van alles kon zijn.
De spiegel voorbij
Als kind zijn we volgens Salomé nog een ‘narcistisch zelf’ waarin we opgaan en verbonden zijn met de wereld. Dit narcistische zelf verliezen we op het moment dat we onszelf in een spiegelbeeld herkennen (Jacques Lacan noemt dit de spiegelfase) en ‘ik’ leren zeggen. ‘Ik’ is altijd een gespiegelde identiteit. De term ‘narcistisch’ die Salomé in dit verband gebruikt, is wat verwarrend omdat we narcisme over het algemeen begrijpen als het onaangename gedrag van iemand die zichzelf overal in gespiegeld ziet en wiens wereld uitsluitend uit ‘ik’ of een ik-beeld lijkt te bestaan. Dit is juist een van het zelf losgerukt ik-beeld. Zelf had Salomé niet zoveel met spiegels. In een spiegel was ze opeens zo vastomlijnd terwijl ze in haar fantasie veel groter en uitgestrekter was.
Salomé doelt juist op een in zichzelf besloten zijn, dat volgens haar door hun maatschappelijke positie en opvoeding voor vrouwen makkelijker is. De eis van mannelijkheid rukt vooral mannen bij zichzelf vandaan, en daardoor gaan zij harder hun best doen om ernaar terug te keren, hetgeen resulteert in allerlei wanhopige pogingen in de vorm van prestatiedrang of zelfs agressie. Voor Salomé des te meer een reden om zich als vrouw niet door een man te laten ‘veroveren’. Ze constateerde dat veel mannen bij een vrouw de rust zoeken waarvoor ze zelf niet weten te zorgen, een taak die vrouwen in veel huwelijken en liefdesrelaties van hun vrijheid berooft. De verbondenheid tussen het zelf en de wereld is een vrouwelijke kwaliteit (niet biologisch bepaald of voorbehouden aan vrouwen), die in prestatiedrang en de fixatie op een beeld verloren gaat. De vrouwelijke mens is een mens in relatie tot zichzelf, anderen en de wereld. Een mens die voelt en denkt in relatie, en nee zegt tegen bestaande patronen om ruimte maken voor een volmondig ja.
Op 23 april in Rotterdam is psychoanalytica Nelleke Nicolai te gast na afloop van het toneelstuk; zij zal reageren vanuit haar kennis van het vak en ervaring in de vrouwenhulpverlening. Sanne van Driel is op 21 april te gast, en op 6 en 20 april verzorgt Dora Timmers een inleiding voorafgaand aan de voorstelling. En er zijn meer voorstellingen met nagesprekken met verschillende vrouwelijke denkers, onder wie Joke Hermsen op 12 april in Amsterdam. Zie hiervoor de speellijst en de lijst met gasten.
Kortingstarief voor lezers van Deviant
Een winterplan door OT Rotterdam
Locatie: OT Rotterdam, Coolhaven 96-98, Rotterdam
wo 19 april, 13.30
do 20 & vr 21 april, 20.30
za 22 & zo 23 april, 16.00
Lezers van Deviant betalen € 10,- toegang
Selecteer ACTIETICKET, code: lente
Tickets www.ot-rotterdam.nl
De bovenste foto is uit de toneelvoorstelling en is gemaakt door Pepijn Lutgerink.