Participeren in de survivalstaat

18 juni 2016 • Petra Jorissen • KEUKENTAFELGESPREKKEN

keukentafel

De meteorologische zomer is onlangs ingegaan, vernam ik via het achtuurjournaal. Ik zat toch effe raar te kijken toen het tot me doordrong. Zomer? Ik had juist het idee dat de lente nog moest beginnen.

Komt allemaal doordat ik in de survivalmodus sta. Al sinds mijn keukentafelgesprek in augustus van het vorige jaar. De dag dat de keukentafelgesprekdame binnenkwam met een strenge blik die op ‘halveren’ stond. Nee, ze gebruikte dat woord niet, ze had het over participeren.

Cruijffiaanse invloeden
Er waren nieuwe afspraken in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en dat betekende dat we dat voortaan met z’n allen samen gingen doen, participeren. Ja, ook de gehandicapte en de anderszins uitgedaagde burger mochten echt niet meer de hele dag passief niksend doorbrengen. Voor de rolstoelende burger was het devies: handjes niet alleen aan de wielen, handjes vooral uit de mouwen voor een leefbaar huis, want er was geen geld meer. Het geld was op, he-le-maal to-taal op. Oh jawel, de gemeente deed natuurlijk al het mogelijke voor haar gekneusde medeburgers, maar ja, aangezien er geen geld meer was zat die klem. ‘Pas als je klem zit, merk je dat je niet vooruitkomt.’ Ik bespeurde duidelijk een Cruijffiaanse invloed in haar taalgebruik.

Als ‘hulpbehoevende’ had ik van tevoren de opdracht gekregen mijn hulpvraag tot op de millimeter nauwkeurig op schrift te stellen, dan kon de gemeente hulp op maat leveren. Daar werden we allemaal beter van. De gemeente zonder geld en de hulpbehoevende burger die al te gemakkelijk z’n huis twee keer per dag van boven tot onder liet stofzuigen, z’n bergen wasgoed meteen na het drogen nog eens in de machine laat stoppen in de hoop dat de kleur dan nog stralender is. En z’n bed liefst én ’s morgens én ’s avonds liet verschonen vanwege dat heerlijk frisse gevoel. Want ja, zo zijn ze, die hulpbehoevende verwende zorgconsumenten.

De keukentafelgesprekdame wilde mijn huiswerk niet eens zien, aan luisteren deed ze niet, op vragen had ze geen antwoord. Een kwartier later stond ze weer buiten.

Uren gehalveerd
Het aantal uren zorg was gehalveerd, bleek al snel. Om niet al te erg te vervuilen ging ik op zoek naar goedkope schoonmakers. De ene ging, de andere kwam, de Sociale Verzekeringsbank verloor het overzicht, bombardeerde me dagelijks met brieven en betaalde niet uit. Ik zou het aan mezelf te danken hebben. Toen was de maat vol en riep ik de hulp van een advocaat in. Na heel veel brieven over en weer kreeg ik eerst tien minuten meer zorg, toen nog eens twintig minuten extra en na een half jaar procederen heb ik er in totaal al 50 minuten bij! Scheelt toch een slok op een borrel.

Gelukkig kwamen tientallen andere hulpbehoevende zorgconsumenten op hetzelfde idee en deed de Amsterdamse advocaat gespecialiseerd in kwesties aangaande de hulpbehoevende zorgconsument zijn werk grondig. Hij wist het aannemelijk te maken dat er iets ernstig misgegaan is bij de keukentafelgesprekken. Een week of drie geleden deed de Centrale Raad van Beroep drie belangrijke uitspraken over huishoudelijke hulp en de WMO. De gemeente is verplicht een nieuw onderzoek in te stellen en deze keer het begrip Maatwerk serieus te nemen. Eerder vernam ik ook al dat er WMO-geld over is.

Het wachten is nu op een nieuw gesprek. Dat ga ik natuurlijk niet aan de keukentafel voeren, maar aan een campingtafeltje buiten. In mijn huis heeft de rommel zich inmiddels zo opgestapeld dat ik niet eens meer bij de keukentafel kan komen. Ik hoop na het gesprek niet meer zo klem te zitten, zodat ik weer een beetje vooruitkom.